Skip to main content

Auteur: Fleur Varin

Uit de praktijk: overlijden en dan…

De casus

Het komt in onze praktijk voor dat agrarische ondernemers overlijden. Zo werd ik onlangs gevraagd voor advies na het overlijden van een agrariër. De agrariër was al enige tijd ziek en had kenbaar gemaakt aan zijn echtgenote dat zij na zijn overlijden met mij contact op moest nemen. Hij had er alle vertrouwen in dat ik de afwikkeling van het agrarische deel van de nalatenschap goed zou afhandelen. Dat gaf zijn echtgenote en kinderen rust.


Inventarisatiegesprek

Allereerst is er een inventarisatie gemaakt van het onroerend goed, de betalingsrechten en overige rechten.


Het bedrijf

Het ging hier om een akkerbouwbedrijf met een totale oppervlakte van circa 33 ha. Verdeeld over:

  • Erf en huiskavel: 10.25 ha
  • Perceel grond in eigendom, veldkavel: 3.75 ha
  • Perceel reguliere pachtgrond: 19 ha

Het bouwplan bestond uit: bieten, tarwe en aardappelen.
Betalingsrechten en Leden Leveringsbewijzen Cosun waren aanwezig.
Een deel van de werkzaamheden werden uitgevoerd door derden.
Daarnaast hadden de ondernemer en zijn echtgenote een baan buitenshuis.

De toekomst

In ieder geval wenste één van de kinderen het bedrijf voor een jaar voort te zetten, waarbij een van de andere kinderen de administratieve zaken bij onder andere de RVO regelde. De kinderen verleenden zo af en toe hand- en spandiensten en waren hierdoor goed op de hoogte van het wel en wee van de onderneming. In de loop van het jaar werd voorgesorteerd op een verkleining van het bedrijf.


Verkleining van het bedrijf

Al snel kwam een collega-rentmeester uit de streek, die de regulier gepachte gronden beheerde, naar de echtgenote toe met de vraag: wat te doen met de regulier gepachte grond? In goed overleg werd, tegen vergoeding, afstand gedaan van het pachtrecht van de 19 ha pachtgrond. Grenzend aan deze pachtgrond lag de veldkavel in eigendom, groot 3.75 ha. Deze 3.75 ha werd, in overleg met de rentmeester, verkocht aan de eigenaar van de 19 ha pachtgrond.

Win-winsituatie

Doordat de eigenaar van de vrijgekomen pachtgrond de mogelijkheid kreeg om de 3.75 ha grond aan te kopen en deze toe te voegen aan zijn eigendom en mijn cliënt een passende koper had gevonden, ontstond een win-winsituatie.


Taxatie

Om de waarde van de agrarische bezittingen vast te stellen voor de successieaangifte voor de fiscus heeft een Register-Taxateur van Overwater Rentmeesterskantoor een taxatierapport opgesteld om zo de waarde te bepalen voor de aangifte.


Begeleiding verkoop perceel en overblijvende onroerende zaken

De koopovereenkomst van de 3.75 ha eigendom werd door ons kantoor opgemaakt, evenals de stukken voor de eigendomswijziging van erf, gebouwen en huiskavel van overledene naar zijn echtgenote.

Opstellen pachtovereenkomst

De vrijgekomen pachtgrond en de verkochte veldkavel werden in geliberaliseerde pacht uitgegeven door de collega-rentmeester. Diezelfde pachter ging een pachtrelatie aan met onze opdrachtgever voor het pachten van de huiskavel. Hiervoor hebben wij een geliberaliseerde pachtovereenkomst opgesteld.


De accountant

Naast het feit dat Overwater is ingeschakeld, is er gedurende het proces nauw overleg met de accountant geweest, zodat onverwachte belastingclaims uit zijn gebleven.


Door samenwerking goede oplossingen bieden

Door een goede samenwerking tussen alle partijen zijn de nabestaanden ontzorgd. Zij hebben aangegeven dat dit veel rust gaf en enige verlichting bij het grote gemis van de overledene.

Benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen? Neem contact op om uw mogelijkheden te bespreken.

Een kijkje in het leven van onze medewerkers buiten Overwater – deel 5

Ik zal mezelf kort voorstellen: Peter de Bruin, getrouwd, twee kinderen en woonachtig in Numansdorp.

Naast de diverse werkzaamheden als rentmeester, makelaar en taxateur voor Overwater Rentmeesterskantoor, ben ik actief als akkerbouwer in Numansdorp. Het familiebedrijf heb ik in 1996 al vroegtijdig samen met mijn moeder voortgezet, nadat mijn vader na een kort ziekbed kwam te overlijden. Ik zat destijds in het 3e jaar van de Hogere Agrarische School (HAS).

Het bedrijf was een traditioneel gemengd bedrijf met 25 ha grond en circa 20 stuks melkvee, gehouden op een grupstal. Mijn opa is ooit samen met zijn broer op de huidige locatie begonnen. Hierdoor ben ik nu de 3e generatie ‘De Bruin’.


Akkerbouw voortgezet, melkvee verkocht

Aangezien de koeien mij niet konden boeien, zijn deze in 1996 verkocht. Op dit moment resteert een aantal ‘4-voetige grasmaaiers’ dat een perceeltje grasland rond de boerderij bijhoudt.

Het akkerbouwgedeelte heb ik voortgezet, waarbij de exploitatie geleidelijk gegroeid is naar een areaal van ongeveer 70 ha. Van dit areaal wordt ongeveer de helft biologisch beteeld. De andere helft wordt nog op een gangbare manier beteeld. De planning is om ook het gangbare areaal geleidelijk om te schakelen naar een biologische teeltwijze.

De volgende gewassen worden geteeld:

  • Luzerne
  • Gras-klaver
  • Erwten
  • Aardappelen
  • Lijnzaad (vlas) als vermeerderingszaad
  • Uien
  • Wintertarwe

Vierde generatie in aantocht?

Op dit moment exploiteer ik het bedrijf in maatschap met mijn vrouw. Zoals het er nu uitziet, staat de vierde generatie ‘De Bruin’ klaar om het bedrijf op termijn over te gaan nemen. De vierde generatie is nog maar 14 jaar, waardoor bedrijfsovername voorlopig nog niet aan de orde is.

De komende jaren zal ik mijn activiteiten voor Overwater Rentmeesterskantoor en voor mijn eigen akkerbouwbedrijf met veel plezier blijven combineren.

Prijsvorming stikstof

Deze blog gaat in op de (aanloop naar de) prijsvorming van stikstof in relatie tot het mede mogelijk maken van ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland.


Prijsvorming

Het stikstofdossier is nog altijd in ontwikkeling. De vraag of stikstof een (meer)waarde toekomt is wat ons betreft nog altijd niet eenduidig te beantwoorden. In deze blog wordt een vergelijking gemaakt tussen twee schaarse middelen: stikstof en grond.

Om de stikstofproblematiek op te lossen, heeft de overheid opkoop- en beëindigingsmaatregelen van agrarische bedrijven aangekondigd en (deels al) ten uitvoer gebracht. In het kader van deze regelingen koopt de overheid bedrijven aan op basis van ‘vrijwilligheid’. Het vastgoed wordt gekocht tegen ‘marktwaarde’. Aan de stikstof wordt geen separate vergoeding toegekend. Waarom niet? Dat leest u hieronder.


Separate vergoeding stikstof

De stikstof is onlosmakelijk verbonden met de bedrijfsgebouwen. Het waardeverschil tussen een ‘veestal met vergunning’ en een ‘veestal zonder vergunning’ kan worden beschouwd als vergoeding voor stikstof. De ‘veestal zonder vergunning’ is qua functie immers niet meer dan een (opslag)loods. Deze vertegenwoordigt normaliter een lagere waarde dan een ‘veestal met vergunning’.

Nadat de aankoop in het kader van een regeling – als zijnde bronmaatregel – heeft plaatsgevonden, wordt de stikstof onttrokken aan de voormalige veehouderijlocatie. Hierdoor komt de stikstof van de gestopte veehouderij dus beschikbaar in de Stikstofbank voor een ander project of doel. Zou het schaars verworven ‘productierecht’ (dat aan de landbouw onttrokken wordt) niet geëtiketteerd dienen te worden?

Stikstof etiketteren?

Het staat vast dat de overheid nauwkeurig in beeld heeft hoeveel stikstof ieder primair agrarisch bedrijf veroorzaakt en tot welke (depositie)effecten dit leidt. Dan lijkt het nog maar een kleine stap om de verdere route en/of bestemming van de eerder door hen verworven stikstof inzichtelijk te maken door middel van etikettering van de stikstof.

Als de betreffende overheidsinstantie als gevolg van die geëtiketteerde stikstof een project of doel met economische meerwaarde kan realiseren, is het dan niet reëel dat de meerwaarde aan de oorspronkelijk eigenaar toekomt? Het etiketteren van de stikstof kan hieraan bijdragen.

Ter vergelijking: een redelijk handelend ondernemer zal een perceel grond met een verwachtingswaarde ook niet tegen een agrarische waarde willen verkopen, maar wil (een deel van) het profijt van de verwachtingswaarde (= meerwaarde) ontvangen.


Veranderingen positief stimuleren

In diverse media zijn inmiddels al veelvuldig berichten gepubliceerd over de hoeveelheid (op papier aanwezige en geproduceerde) stikstof in de Nederlandse veehouderij. Nu hanteert men het principe ‘de vervuiler betaalt’, aangezien een partij die stikstof nodig heeft deze elders kan kopen.

Het negatief principe ‘de vervuiler betaalt’ zouden we moeten ombuigen naar een beloningssysteem voor het staken, wijzigen of vergroenen van de ‘vervuilende’ activiteit.

Bij het bieden van voldoende (toekomst)perspectief, zullen meer ‘vervuilers’ worden gestimuleerd om veranderingen door te voeren. Volgens mij is dan vlotter natuurwinst te boeken en daar draait het ten slotte toch allemaal om?


Conclusie

Hoe dan ook, momenteel zijn de provincies bezig de Stikstofbank (en Doelenbanken) te vullen en later zal ook het Rijk hieraan bijdragen. De tijd zal leren of het initiatief van de Stikstofbank en geen vergoeding toekennen aan het schaarse middel stikstof dé (mede-) oplossing is voor de stikstofproblematiek, of dat het bij een interessante poging zal blijven om uit de stikstofimpasse te raken.

Wij volgen de enerverende ontwikkelingen omtrent stikstof op de voet. Inmiddels hebben wij ruime ervaring opgedaan in diverse stikstof gerelateerde casussen, in zowel de agrarische sector als in de wereld van project- en gebiedsontwikkeling.

Heeft u vragen of advies nodig? Neem contact met ons op.

Hoe wordt uw belang geborgd bij overheidsingrijpen?

Het lijkt alsof er de afgelopen periode een ratrace is ontstaan om grip te krijgen op grond. Via krantenartikelen, nieuwsberichten, social media kanalen en andere media maken steeds meer partijen hun plannen kenbaar voor de (her)inrichting van Nederland. Denk hierbij aan partijen zoals de Rijksoverheid, provincies, gemeenten, waterschappen, planbureaus, natuurorganisaties, netbeheerders, projectontwikkelaars en energie-ontwikkelaars.


Van proefballon tot onteigenen

Veel plannen worden als proefballonnetjes opgelaten en gaan (veelal) weer uit als een nachtkaars. Maar elk plan, idee of houtkoolschets op een grondpositie werpt toch zijn schaduw vooruit.

De meeste ideeën voor een plan starten op een vrijblijvende manier en een aantal verkleurt door de tijd van vrijwillig naar uiteindelijk een gedwongen (hard) project met het ultimum remedium ‘Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat’. Immers, de belangen van een grondeigenaar of gebruiker worden meestal ondergeschikt geacht aan het algemene belang (en nut) van het plan.

Waar voorheen het gereedschap onteigenen (of gedoogprocedure) voor bijvoorbeeld natuur, stikstof of kabels en leidingen in de koffer bleef, wordt er nu met enige regelmaat naar die mogelijkheid verwezen en ook daadwerkelijk ingezet. Is dat dan wel zo vervelend als het je overkomt?


Lucratief plan

Voor een plan met een lucratieve bestemming (stedelijke ontwikkeling en/of glastuinbouw) wordt normaliter de grondeigenaar/gebruiker ruimschoots gecompenseerd. Met de compensatie heeft hij/zij de keuze om te herinvesteren of op een andere manier van het vrijkomend kapitaal te genieten. Een gedwongen verkoop is meestal niet aan de orde.


Niet lucratief maar wel noodzakelijk

Als een project minder lucratief (of verliesgevend) is, zal er stevig onderhandeld worden. De eigenaar/gebruiker zal financieel gecompenseerd moeten worden om in een vergelijkbare vermogenspositie te blijven verkeren met een vergelijkbaar inkomen.

Het betalen van een extra vergoeding boven de marktwaarde aan de eigenaar wordt vaak niet gehonoreerd, omdat er dan sprake kan zijn van staatssteun. Conform de wet is dat niet toegestaan. Vanuit de kopende partij een begrijpelijke situatie, voor de grondeigenaar/gebruiker juist niet. De grondeigenaar heeft niet om de plannen gevraagd, maar wordt er wel mee geconfronteerd.

Doordat de grondeigenaar op zijn qui-vive moet zijn om de herinvestering te kunnen bekostigen en de toekomst veilig probeert te stellen, duurt een dergelijk proces vaak langer dan gewenst. Met oplopende kosten, en zeker nu, worden de onderhandelingen juist ingewikkelder, omdat de grondeigenaar een steeds groter (ondernemers)risico moet nemen om zijn toekomst te waarborgen.

Volledige schadeloosstelling

Hoe kunnen de belangen van de eigenaar/gebruiker goed worden geborgd?

De term ‘vrijwillig’ is misleidend. Want om een plan te realiseren kan met een onteigening/gedoogprocedure het doel toch bereikt worden. Wat is dan nog vrijwillig? En als vrijwillig bedoeld is om ‘voordeliger’ in te kopen terwijl het ook een algemeen belang dient, is dat meten met twee maten.

‘Vrijwillig’ wekt de indruk dat een eigenaar/gebruiker het plan kan tegenhouden en dat is bij een algemeen belang uiteindelijk niet aan de orde. Kortom: ‘vrijwillig’ bestaat niet in een dynamische omgeving.

Een correcte manier is om de minder lucratieve plannen die een algemeen belang dienen, zoals natuurontwikkeling en afname stikstofdepositie, ook tegen een volledige schadeloosstelling te vergoeden.

Met een deskundige rentmeester die kennis heeft van een volledige schadeloosstelling, kan de eigenaar/gebruiker normaliter de herinvestering bekostigen en de toekomst veiligstellen.

En ja, helaas zijn er plannen of projecten die (blijvende) hinder veroorzaken waar een sobere (financiële) compensatie tegenover staat. Het is in zulke casussen juist zaak om te blijven denken in oplossingen.

Een vergoeding in geld is slechts eenmalig, terwijl het plan/project soms levenslang hinder veroorzaakt. Wat is dan de waarde van een eenmalige financiële vergoeding?

Borgen van belangen

Omdat het (gedwongen) plan voor een eigenaar/gebruiker meestal eenmalig voorkomt, is het een onbekend terrein. Door het intensieve contact dat we met grondeigenaren/gebruikers hebben ontstaat er een vertrouwensband. Deze sterke vertrouwensband draagt bij aan het leveren van een totaaloplossing, waarbij we gedurende het proces overzicht houden.

Met inzet van onze kennis en ervaring wordt gewerkt aan één en hetzelfde doel: een opdrachtgever die weet wat hij/zij wil, de besproken strategie volgt en met een tevreden gevoel terugkijkt op de uitvoering van het plan.

De vastgoedadviseurs, taxateurs en rentmeesters van Overwater Rentmeesterskantoor zijn u graag van dienst.

Stikstofbank en praktijkvoorbeeld ‘stalmaatregelen’

In deze blog wordt ingegaan op de aangekondigde Stikstofbank, waarmee men beoogt stikstofruimte te bewaren voor gebruik op een later moment. Ook komt een praktijkvoorbeeld over de bronmaatregel ‘stalmaatregelen’ aan bod.


Ontwikkeling van de Stikstofbank

Zoals verwacht is het stikstofdossier in steeds meer sectoren een issue geworden. Een recente ontwikkeling betreft de Stikstofbank. Afgelopen maand is deze bank ter kennisgeving geïntroduceerd. De Stikstofbank zal in het meest gunstige scenario eind 2021 gebruiksklaar zijn.

Met de Stikstofbank is beoogd om projecten met een geringe stikstofuitstoot op veel stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden, toch een vergunning te kunnen verlenen.

De Stikstofbank bestaat uit twee typen banken: de Microdepositiebank en de Doelenbank(en).



Microdepositiebank en Doelenbank(en)

Niet ieder willekeurig project kan gebruikmaken van stikstof uit de Microdepositiebank. Enkel projecten waarbij geringe stikstofdeposities zullen optreden, kunnen een beroep doen op deze bank. Deze deposities mogen maximaal 0,05 mol/ha/jaar zijn.

De ‘Doelenbanken’ zijn, zoals uit de naam is op te maken, bedoeld voor een specifiek doel. Dit doel moet een groot maatschappelijk belang dienen.

Voordat uitgifte van stikstof kan plaatsvinden, dient de Stikstofbank te worden voorzien van stikstof. Het ‘vullen van de Stikstofbank’ gebeurt op basis van het toevoegen van twee te onderscheiden stikstofruimten: de vrijgevallen ruimte en de vrijgemaakte ruimte.

Het verschil ziet op de oorsprong van de stikstof. Met andere woorden: waar is de stikstof die als vulling voor de Stikstofbank dient van afkomstig?


Vrijgevallen ruimte

Als er bij een willekeurig project stikstof nodig blijkt, bestaat in veel gevallen een mogelijkheid tot externe saldering met een bestaande, vergunde activiteit op een andere locatie.

Als partijen gebruik maken van de provinciale beleidsregel ‘extern salderen’, betekent het dat er tussen de locaties onderling – van saldogever naar saldo-ontvanger – stikstof wordt overgedragen. Omdat de betrokken locaties zich niet op (exact) dezelfde plaats bevinden, bestaat de mogelijkheid dat er op andere plaatsen (hexagonen) ‘stikstofruimte’ beschikbaar komt, die niet benodigd is voor de partijen die gebruik maken van externe saldering.

Kort gezegd, het stikstofresidu dat na externe saldering voor het verkrijgen van een natuurvergunning door een willekeurige initiatiefnemer resteert op een of meerdere locatie(s), wordt toegevoegd als vrijgevallen ruimte in de stikstofbank(en). Daarmee komt deze vrijgevallen ruimte beschikbaar voor een of meerdere andere projecten.



Vrijgemaakte ruimte

Er zijn en er worden (in de toekomst) allerlei bronmaatregelen getroffen om de stikstofdepositie terug te dringen. Dit met het doel een positieve bijdrage te leveren aan het herstel en verbetering van de natuur. Een overzicht van (toekomstige) bronmaatregelen is overzichtelijk weergegeven in de Kamerbrief van Minister Schouten (24 april 2020). 

Met bronmaatregelen, zoals de aangekondigde Landelijke beëindigingsmaatregel, wordt als het ware stikstofruimte ‘vrijgemaakt’, die daarna als vulling van de Stikstofbank kan dienen.

De vrijgemaakte ruimte dient slechts voor een Doelenbank (dus niet voor de Microdepositiebank).

Bron afbeelding: BIJ12


Verschil bronmaatregelen het Rijk en provincie?

Volgens het Rijk ontstaat er als gevolg van bronmaatregelen vrijgemaakte ruimte die beschikbaar kan komen voor de Doelenbank. Echter, mijns inziens is niet elke bronmaatregel bruikbaar voor de Doelenbank. Het is hierbij van belang te weten dat bronmaatregelen geïnitieerd worden door zowel het Rijk als de (zelfstandige) provincies.

Dit wil ik nader toelichten met het voorbeeld van de bronmaatregel ‘stalmaatregelen’. Deze bronmaatregel staat op de lijst van het Rijk én op de lijst van de provincie (in dit geval de provincie Noord-Brabant).

Het Rijk: economie
Bij het bestuderen van Rijksinformatie ontstaat bij mij het beeld dat met het treffen van bronmaatregelen vrijgemaakte ruimte wordt gecreëerd die voor een Doelenbank kan worden ingezet.

Met de behaalde stikstofwinst wordt impliciet toestemming verleend voor het kunnen laten plaatsvinden van een economische ontwikkeling. In zekere zin is dit te bestempelen als een (indirecte) vorm van ‘extern salderen’.

De provincie: natuur
De Noord-Brabantse bronmaatregel ‘stalmaatregelen’ leidt eveneens tot stikstofwinst, maar in Noord-Brabant moet deze stikstofwinst volledig ten goede komen aan de natuur. Deze stikstofwinst mag hier dus niet ingezet worden voor nieuwe economische ontwikkelingen, zoals bij het Rijk wel tot de mogelijkheden behoort.


Conclusie

Hoewel de bronmaatregel ‘stalmaatregelen’ bij het Rijk én bij de provincie gelijknamig is, zijn de te verwachten effecten niet gelijk aan elkaar.

In mijn volgende blog ga ik in op de (aanloop naar de) prijsvorming van stikstof in de land- en tuinbouwsector in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland. Houd hiervoor onze website en social media kanalen in de gaten.

Klik hier voor meer informatie over onze dienst ‘Stikstof, Opkoop en Onteigening’ of neem contact met ons op. Wij staan u graag te woord.

Een kijkje in het leven van onze medewerkers buiten Overwater – deel 4

Naast mijn werk bij Overwater richt ik mij in de avonduren en in het weekend op het fokken, africhten en verkopen van springpaarden. Een passie die ik al heb vanaf mijn kinderjaren.

Professioneel ruiter

Na de beginselen van het paardrijden te hebben geleerd op een manege in Krimpen aan den IJssel, heb ik het voorrecht gehad te mogen werken op een aantal vooraanstaande sportstallen. Later heb ik mezelf ontwikkeld tot professioneel ruiter. Dit hield in dat ik na het afronden van de middelbare school fulltime paard ben gaan rijden en daarnaast Bedrijfskunde en Agribusiness ben gaan studeren.

In die periode heb ik uiteindelijk tot op Grand-Prix niveau de sport kunnen bedrijven tot aan het moment dat mijn studie was afgerond. Op dat moment stond ik voor de keuze om me volledig te richten op de sport òf een maatschappelijke carrière op te bouwen.

Opleiden van paarden voor topsport

Ik heb gekozen voor het laatste en ben bij Rabobank in dienst getreden als accountmanager Food & Agri. De paardensport heeft me daarbij nooit losgelaten en ik ben altijd blijven paardrijden.

Inmiddels staan er wat minder paarden in de stal, maar het doel is nog steeds hetzelfde. Het opleiden van paarden voor topsport vereist kennis, kunde en vooral veel geduld. De kans op succes is het grootste wanneer je als ruiter goed in staat bent om aan te voelen en te begrijpen welke training of welke begeleiding het paard nodig heeft om gezond te blijven en de volgende stap in de opleiding te zetten.

Ondanks dat het pad naar de topsport, het uiteindelijke doel, nooit vooraf kan worden uitgestippeld (want het paard bepaalt immers) heb ik toch altijd voor ieder paard een plan.

Parallellen met Overwater

Daar ligt ook de grootste parallel met mijn werk bij Overwater. Vanuit kennis van vastgoed en het planmatig werken, aanvoelen welke benadering uiteindelijk leidt tot het optimale resultaat. Veel van ons werk is immers uiteindelijk mensenwerk waarbij juridische kaders en kennis van vastgoed hulpmiddelen zijn.

Een andere parallel is dat ik door het opgebouwde netwerk in de paardensport ook regelmatig gevraagd wordt om te adviseren over functiewijzigingen en begeleiding bij aankoop of verkoop van paardenbedrijven. Op deze manier wordt voor mij het leukste van twee werelden bij elkaar gebracht.  

Opkoopregeling veehouderij, vrijwillig of eigenlijk verplicht?

De overheid zet in op het reduceren van o.a. de door de veehouderij veroorzaakte stikstofdepositie, in het bijzonder bij stikstof gevoelige Natura 2000 gebieden. Eerder gebeurde dat alleen door beëindigingsregelingen, waarbij de op te geven mest- productierechten en de waardevermindering van de bedrijfsgebouwen werden vergoed. Ook in het voorliggende wetsvoorstel Stikstof reductie en natuurverbetering is een beëindigingsregeling opgenomen.

Nieuw is dat het wetsvoorstel ook voorziet in een opkoopregeling van bedrijven. Vooruitlopend op het tot stand komen van deze wet is op 1 november 2020 de Regeling provinciale aankoop veehouderijen nabij natuurgebieden van kracht geworden. De regeling ziet op het op vrijwillige basis opkopen van bedrijven die meer dan 2 mol stikstof per ha per jaar veroorzaken, gelegen binnen een straal van 10 kilometer van een Natura 2000 gebied.

De vraag is of er i.c. nog wel van vrijwilligheid gesproken kan worden, dan wel dat er (feitelijk) sprake is van een gedwongen beëindiging. Wanneer daarvan uit gegaan moet worden, zou de opkoopregeling ook moeten voorzien in het vergoeden van een volledige schadeloosstelling en niet alleen in het vergoeden van de productierechten en de waarde van het vastgoed waar nu vanuit lijkt te worden gegaan.

Een volledige schadeloosstelling conform de systematiek van de onteigeningswet ziet niet alleen op het vergoeden van de vermogenswaarde (productierechten en vastgoed), maar ook op inkomensschade en bijkomende schade als de te vergoeden advieskosten, eventueel de kosten van hervestiging, belastingschade etc.

Tot op heden wordt door de overheid uitgegaan van vrijwilligheid en dus niet van een volledige schadeloosstelling.
Maar:

  • Tot op heden ging het alleen over beëindigingsregelingen (dan bleef ter plaatse de woning, resterende gebouwen en grond over), nu gaat het om en opkoopregeling die leidt tot een volledige bedrijfsbeëindiging en het overdragen van alle eigendom behalve de bedrijfswoning.
  • De maatschappelijke druk op stoppen, mee werken is groot en wordt ingegeven door het algemeen belang. Dan kan je de vraag stellen of er nog wel sprake is van vrijwilligheid.  
  • Ook kan je de vraag stellen of hier geen recht op een volledige schadeloosstelling moet worden toegekend, immers er wordt afstand gedaan van (bijna alle) vastgoed en het bedrijf wordt beëindigd in het algemeen belang. Precies zoals dat bij onteigening het geval is en dan ook leidt tot een recht op volledige schadeloosstelling.
  • Als er wordt uitgegaan van een volledige schadeloosstelling zal er ook onderscheid gemaakt kunnen worden tussen bedrijven die op het punt staan te stoppen en die nog volop levensvatbaar zijn. Door uit te gaan van bedrijfsbeëindiging dan wel van een bedrijfsverplaatsing.

Onze inschatting is dat als deze benadering wordt gekozen als zijnde rechtvaardig er wel snel resultaat behaald zal kunnen worden. 
Misschien een goed punt voor de belangenbehartigers van de veehouderij?

Een gedachte is ook om een bedrijf aan te bieden op basis van een volledige schadeloosstelling, de opkoopregeling lijkt het daarvan door een provincie betalen niet onmogelijk te maken (onder het motto waar een wil is, is een weg).

Onze rentmeesters komen graag met u in gesprek voor het nemen van de juiste beslissingen na de vele afwegingen die gemaakt moeten worden.

Een kijkje in het leven van onze medewerkers buiten Overwater – Julian Bartels

Kantoor Overwater heeft naast theoretische kennis, ook veel praktische kennis in huis. Daarom komen tijdens deze en de navolgende nieuwsbrieven collega’s aan het woord die ’thuis’ een (agrarisch) bedrijf bestieren.
De aftrap van deze blogreeks wordt verzorgd door Julian Bartels, 22 jaar, werkzaam als Junior rentmeester.


Naast mijn baan bij Overwater, ben ik actief als agrariër, in de melkveehouderij. Ons bedrijf is gevestigd in Zegge (West-Brabant). Wij hebben thuis zo’n 115 stuks melk- en kalfkoeien met bijbehorend jongvee. De koeien worden bij ons nog gemolken in een melkstal, al het landwerk (zoals maaien en zaai- en oogstwerkzaamheden) besteden wij uit aan derden.

Mijn opa was een fervent Holstein-veehouder, maar mijn vader is later overgestapt naar een ander ras: Jerseys. Medio 2012 groeide mijn interesse in de boerenwereld, zeker ook in de boerderij thuis. Rond die tijd kwam ik voor het eerst in aanraking met Fleckvieh koeien, waarna mijn passie voor de veehouderij steeds groter werd. Vanaf dat moment fokken wij enkel nog met het Fleckvieh-ras, zodat over enkele jaren onze hele stal hiermee volstaat.

De combinatie van het werk bij Overwater en het werk thuis bevalt mij heel goed. Het is voor mij een leerzame, interessante wisselwerking. Zaken die ik constateer op de boerderij kan ik meenemen voor in de praktijk bij Overwater, en andersom idem dito.

Hoe mijn toekomst er thuis uitziet? Dat is een vraagstuk waar ik zelf vandaag de dag nog geen pasklaar antwoord op heb. Wellicht komt de bedrijfsovername t.z.t. aan de orde, maar voor nu wil ik mezelf vooral breed oriënteren en ontwikkelen, waarvoor Overwater de werkgever bij uitstek is.

Stikstofproblematiek

Vervolg op de blog van 24 februari 2020, update en mogelijke kansen voor de aanpak
van de stikstofproblematiek.

Ondanks de roerige tijd waarin we ons allen momenteel bevinden wegens COVID-19, staan de ontwikkelingen op het gebied van de stikstofproblematiek allesbehalve stil. Daarom hieronder, op hoofdlijnen, de meest recente ontwikkelingen en gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden na onze blog van 24 februari 2020.


Wat is er gebeurd?

Op 7 februari 2020 heeft het Kabinet ruim € 500 miljoen beschikbaar gesteld voor het terugdringen van de stikstofuitstoot. Dit bedrag is bedoeld voor het uitkopen van veehouderijen en voor het stimuleren van innovatieve oplossingen. Tevens is het eerste natuurpakket vormgegeven (natuur-inclusief-boeren, extensiveren).
Het stikstofregistratiesysteem is op 24 maart 2020 opengesteld. Zo kunnen prioritaire projecten worden aangevangen. Op 24 april 2020 heeft minister Schouten kenbaar gemaakt hoe de structurele aanpak omtrent de stikstofproblematiek eruit gaat zien. Uitgangspunt is dat de landelijke staat van instandhouding van stikstofgevoelige habitat- en vogelsoorten gunstig is, of wordt verbeterd.


Wat brengt de (nabije) toekomst?

De minister toont ambitie en wil in 2030 ten minste 50 procent van de hectares met stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarde brengen. Elke sector zal hieraan een steentje bijdragen. In de energie- en industriële sectoren wordt de komende jaren volop geïnvesteerd in nieuwe, schonere technieken.

Wat betreft de landbouw zet minister Schouten in op het bevorderen van beschikbare landbouwgrond, investeringen in stallen, aanpassen van veevoer, vergroten van de weidegang in de melkveehouderij en emissiearm uitrijden van mest. Al deze zaken mogen in ieder geval geen negatief effect hebben op de diergezondheid, dierenwelzijn, volksgezondheid en afzetbelangen.

De blijvende agrariërs zullen, behalve het treffen van voornoemde maatregelen, gestimuleerd worden hun bedrijfsvoering aan te passen door middel van een input- outputsturingssysteem. De manier waarop dit gestalte gaat krijgen, is afhankelijk van de mogelijkheden die nog nader worden onderzocht. Een landelijke beëindigingsregeling moet soelaas bieden voor agrariërs die hun bedrijf willen beëindigen.

Extern salderen wordt beperkt toegestaan. Transacties op basis van speculatie mogen geen doorgang vinden, want dan zal het platteland ongericht en ongecontroleerd leeggekocht gaan worden, is de verwachting. De agrariërs vervullen immers een belangrijke rol om het platteland vitaal te houden. De initiatiefnemer van extern salderen zal bij de provincie een voorgenomen aankoop moeten melden. De provincie geeft de doorslag over het al dan niet toestaan van de (geplande) stikstoftransactie. De gebiedsgerichte aanpak vormt de rode draad bij deze provinciale beslissing. Het aantal veehouderijen zal (harder dan de trend) afnemen, maar de locaties krijgen in de toekomst steeds meer te maken met herbestemming en sloop van (overtollige) bebouwing. Wanneer de (stikstof)saldogever zijn vergunning overdraagt aan de saldo-ontvanger, heeft laatstgenoemde partij een periode van 3 jaar om zijn stikstofuitstotende activiteit te realiseren. Beweiden en bemesten blijven vergunningsvrije activiteiten. De minister streeft ernaar om PAS-meldingen te legaliseren.  

In de mobiliteit wordt de focus gelegd op de strengere Europese emissienormen voor nieuwe voertuigen om de gewenste stikstofreductie te behalen. Ook zullen steeds meer voertuigen zich voortbewegen door middel van elektriciteit in plaats van de traditionele brandstoffen. In de bouwsector wordt voortaan met nul-emissiewerktuigen het werk ter uitvoering gebracht, zodat er nauwelijks nog sprake zal zijn van stikstofuitstoot.

De gebiedsgerichte aanpak wordt op 2 manieren tot uitvoering gebracht. Enerzijds door de landelijke stikstofreductiemaatregelen vanuit het Rijk die gebiedsgericht worden toegepast, anderzijds de regionale maatregelen genomen door decentrale overheden. De structurele aanpak zal geschieden bij de monitorings- en bijsturingssystematiek. Uit de jaarlijkse analyse van de omvang van de stikstofdepositie in Natura-2000 gebieden, zal blijken of de genomen maatregelen nog volstaan, dan wel bijsturing vereist is. In de wet- en regelgeving zullen de streefwaarde, de verplichting tot het treffen van een pakket bronmaatregelen en de monitorings- en bijsturingssystematiek worden opgenomen.

Nadat de vergunningverlening weer op gang is gekomen, kunnen economische en maatschappelijke ontwikkelingen doorgang vinden. In de nabije toekomst zal verleasen van stikstofruimte tot de mogelijkheden behoren. Projecten die een kleine en tijdelijke stikstofuitstoot hebben, worden mogelijk ontzien van een vergunningsplicht.

In het omvangrijke stikstofdossier is het van belang om tijdig een deskundige in te schakelen die u kan bijstaan bij het oplossen van uw vraagstuk.


Wat kan Overwater voor u betekenen?

De stikstofproblematiek is alomvattend. De vraag is, hoe gaat u hier mee om? Ziet u alleen de beperkingen of probeert u die beperkingen om te zetten in kansen? Ons advies is om tijdig een deskundige in te schakelen die samen met u naar een gepaste oplossing zoekt. Wij zijn op de hoogte van de laatste ontwikkelingen omtrent de stikstofproblematiek, waardoor wij onze kennis en ervaring graag met u delen.

Als u de kans aangrijpt om uw bedrijf verder te extensiveren, bestaan hiertoe diverse mogelijkheden. Behalve het (ver)kopen van landbouwgrond, kunt u ook erf(ver)pachter worden. Graag zetten wij ons brede netwerk voor u in, ook als u de keuze maakt om uw (agrarisch) bedrijf te beëindigen of te verplaatsen. De gebiedsgerichte aanpak leidt ertoe dat maatwerk vereist is. Wellicht komt u in de onaangename situatie terecht dat uitoefening van uw onderneming op de huidige locatie niet meer gewenst is, door uzelf, uw omgeving of door een overheidsinstantie. Dan kunnen wij u begeleiden naar een andere geschikte locatie.

Ondanks dat de stikstofproblematiek in ontwikkeling is, tevens onduidelijkheden aanwezig zijn (door de actualiteit van het onderwerp), is Overwater al meermaals betrokken bij stikstofgerelateerde casussen. Wij kunnen onze opgedane ervaring inzetten om voor u het gewenste resultaat te bereiken. Schroom vooral niet om contact met ons op te nemen!

Update en mogelijke kansen van de aanpak stikstofproblematiek

Wat is er gebeurd?

Het PAS is op 29 mei 2019 ongeldig verklaard door de Raad van State. Onzekerheid kreeg de overhand bij
bevoegde gezagen inzake vergunningverlening, met als gevolg dat veel projecten stil kwamen te liggen. Remkes’ adviesrapport heeft richting gegeven aan het landelijke beleid over hoe om te gaan met de ontstane situatie. Het Kabinet heeft maatregelen getroffen die de stikstofuitstoot moeten doen dalen. Te weten: het verlagen van de toegestane snelheid op snelwegen, het verlagen van de hoeveelheid eiwit in het veevoer en uitbreiding van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen. Het beweiden en bemesten van landbouwgronden blijven vergunningsvrije activiteiten. Wel kondigt het Kabinet aan dat er nader te bepalen eisen kunnen worden gesteld aan beweiden en bemesten. Tot dusver de stikstofproblematiek in een notendop.

Wat brengt de (nabije) toekomst?

Op 7 februari 2020 heeft landbouwminister Carola Schouten een Kamerbrief over de voortgang van de stikstofproblematiek gestuurd naar de Tweede Kamer.

Het Kabinet stelt financiële middelen beschikbaar om de stikstofuitstoot terug te dringen. Ten eerste wordt € 350 miljoen beschikbaar gesteld om gericht bedrijven uit te kopen. Het vizier is vooral gericht op bedrijven nabij Natura 2000-gebieden die (een overmaat aan) stikstofdepositie veroorzaken op deze stikstofgevoelige gebieden. Ten tweede wordt een budget van € 172 miljoen ingezet om innovatieve en duurzame aanpassingen aan stallen te kunnen realiseren (lees: financiële ondersteuning aan veehouders).

Het Kabinet geeft prioriteit aan het oplossen van de stikstofproblematiek, maar streeft tegelijkertijd lange termijn doelstellingen na, zoals kringlooplandbouw. Een voorbeeld hiervan is extensiveren van het landbouwbedrijf, dat onderdeel kan zijn van het omschakelproces, waarvoor tevens een fonds is opgericht.

In de loop van 2020 zal een stikstofregistratiesysteem worden opengesteld. Projecten die stikstofruimte nodig hebben, kunnen gebruik maken van een nieuwe mogelijkheid: leasen. Juiste informatie over hoeveelheden stikstof, locaties, etc. is hierbij noodzaak en biedt ruimte voor het realiseren van ontwikkelingen.

Wat kan Overwater voor u betekenen?

Overwater kan u adviseren en samen met u een strategie bepalen die toekomstperspectief biedt voor u en uw bedrijf. Het aankooptraject van uw bedrijf door de overheid is ingewikkeld. Overwater staat u met raad en daad bij en streeft ernaar om voor u het maximaal haalbare uit de onderhandelingen te halen. Als u tot het besluit komt om het bedrijf elders voort te zetten, dient u in een gelijke positie terecht te komen. Gedurende dit proces is het belangrijk om een betrouwbare onderhandelings-en gesprekspartner te hebben. Naast financiële kwesties, spelen ook emoties een grote rol bij het verplaatsingstraject. Uw bedrijf is dikwijls uw levenswerk!

Als u boer wil blijven en uw bedrijf wil extensiveren zijn er meerdere mogelijkheden om dit te realiseren. Wij kunnen u adviseren, bemiddelen tussen partijen en contacten leggen om bijvoorbeeld grond in eigendom of in erfpacht aan te kopen.

U kunt ook besluiten om het bedrijf te beëindigen waarbij Overwater u bij kan staan in de laatste fase van uw onderneming. Er kan gekozen worden voor verkoop, maar ook kunt u ervoor kiezen om belegger te worden, bijvoorbeeld in de vorm van erfverpachter.

Bent u op zoek naar tijdelijke stikstofruimte, bijvoorbeeld voor de bouw van een nieuwe stal? Overwater ontzorgt u door haar brede netwerk in te zetten. Ons kantoor volgt de ontwikkeling omtrent stikstofproblematiek op de voet, brengt u met de juiste partijen in contact en staat u met gedegen adviezen bij!

Ondervindt u de gevolgen van de stikstofproblematiek? Dan is ons advies: geen paniek! Neem gerust contact met ons op.

OVTR | Logo RVNR wit
Klijsen taxateurs
Kerkstraat 54
3291 AM Strijen

078-6749494
info@ovtr.nl

Wij zijn telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.30 uur tot 17.00 uur.

Klijsen taxateurs