Evaluatie SEO: afschaffing van de landbouwvrijstelling?

In een reeks artikelen over de landbouwvrijstelling hebben wij aandacht besteed aan diverse aspecten van deze vrijstelling. Die reeks is afgesloten.

Inmiddels is er aanleiding om opnieuw aandacht aan dit onderwerp te besteden in een artikel. In opdracht van het ministerie van LNV heeft het onderzoeksbureau SEO een rapport uitgebracht over de evaluatie van de landbouwvrijstelling. Dat rapport is aangeboden aan de Tweede Kamer.

SEO-onderzoek: kern

Het SEO-onderzoek trekt de conclusie dat de landbouwvrijstelling niet langer doeltreffend en niet langer doelmatig is. Die conclusie ziet op het oorspronkelijke doel van de landbouwvrijstelling [1], maar daarnaast ook op zogenaamde neveneffecten. [2]

Het SEO geeft aan dat afschaffing van de vrijstelling een logische optie is. Het SEO geeft aan dat het doel en de effecten van de landbouwvrijstelling voor de praktijk ook op andere wijze behaald kunnen worden.

SEO-onderzoek: wijze van afschaffen

Het rapport noemt twee beleidsalternatieven, namelijk afschaffen of hervormen.

Hervormen van de landbouwvrijstelling wordt niet als reële optie gezien. Afschaffen wordt wel als logische beleidskeuze gezien en dit is ook de conclusie in het rapport van SEO.

Bij het afschaffen ziet het SEO twee varianten voor de praktijk, namelijk:

  • Een eenmalige herwaardering van de landbouwgronden op de balans.
  • Een herwaardering van de landbouwgronden op basis van normbedragen.

Politieke besluitvorming

De afgelopen jaren is de landbouwvrijstelling al diverse malen aangepast en ingeperkt. Het SEO stelt nu afschaffing van de landbouwvrijstelling voor en het rapport is in de politieke arena gebracht. De Tweede Kamer en het kabinet moeten zich daarover buigen. Het is afwachten of het rapport vertaald gaat worden naar een daadwerkelijke afschaffing.

Praktijk

Doordat de afschaffing van de landbouwvrijstelling wederom prominent op de politieke agenda staat, gaat dit onderwerp leven in de adviesgesprekken. Allerlei onderwerpen komen aan de orde die van invloed zijn op het individuele bedrijf. De eventueel afschaffing van de landbouwvrijstelling heeft ongetwijfeld effect op de dagelijkse agrarische praktijk.

Advies

Vroeg of laat komt een agrarisch bedrijf in aanraking met de landbouwvrijstelling. In specifieke gevallen raden wij u aan om contact op te nemen met uw fiscaal adviseur.

Wilt u onze blogs over de Landbouwvrijstelling teruglezen? Dat kan op deze pagina.


[1] Het opheffen van de fiscaal ongelijke behandeling tussen eigenaar-agrariërs en eigenaars-verpachters

[2] Bijvoorbeeld de werking van de grondmarkt of de invloed op de (betaalbaarheid) overname

Thema Landbouwvrijstelling: 10 – zon en wind?

De landbouwvrijstelling. Geliefd en gehaat. In onze rentmeesterspraktijk merken we dat hierover vragen leven. Zoveel uiteenlopende vragen, dat deze niet allemaal in één blog te behandelen zijn. Daarom hebben wij ervoor gekozen een reeks van artikelen over het thema Landbouwvrijstelling te maken. In elk artikel komt een ander deelonderwerp aan bod.

Dit is deel 10 en tevens het laatste deel: zon en wind?

De afgelopen jaren neemt energie uit zonneparken en windenergie [1] een steeds belangrijkere plaats in in het maatschappelijk leven.

Grondeigenaren en grondgebruikers worden door derden gevraagd om hun grond te gebruiken voor het opwekken van energie. De grond wordt dan niet meer gebruikt voor agrarische doeleinden.

Praktijkvoorbeeld

Om de problematiek te plaatsen volgt hieronder een praktijkvoorbeeld.

Er wordt uitgegaan van een agrarische onderneming waarbij de gebruiker ook eigenaar van de landbouwgrond is. Denk aan een akkerbouwbedrijf. Op die grond wordt een zonneweide geplaatst die een bepaald percentage van de oppervlakte landbouwgrond in beslag neemt.  

De exploitatie van een dergelijke zonnepark ligt vaak in handen van een partij uit de energiesector. De meest voor de hand liggende vormen zijn:

  • De landbouwgrond wordt verkocht aan een derde;
  • De landbouwgrond wordt voor exploitatie van zonnepanelen in gebruik gegeven aan een derde. De eigendom wordt niet overgedragen in deze situatie.

Verkoop aan een derde

Bij verkoop van landbouwgrond aan een derde (niet agrariër) wordt er winst behaald. De landbouwvrijstelling is onder voorwaarden van toepassing op deze winst. De landbouwvrijstelling laat onbelast het deel tot aan de WEVAB. Voor het meerdere kan over het verschil tussen WEV en WEVAB een herinvesteringsreserve (hierna HIR) [2] [3] gevormd worden.

In de situatie van het voorbeeld kan dat ook tot gevolg hebben dat er sprake is van een gehele staking. Dat speelt bijvoorbeeld als een groot deel van de grond wordt verkocht. In dat geval moet er worden afgerekend over alle stille reserves in de onderneming.

Grond blijft in eigen bedrijf

Als de grond in eigendom blijft is de grond waarop zonnepanelen komen, niet zonder meer te kwalificeren als landbouwgrond. Die landbouwgrond was ondernemingsvermogen  maar door de wijziging in gebruik is de grond niet meer per definitie  ondernemingsvermogen [4] [5]. In een dergelijke situatie moet goed gekeken worden naar deze wijziging in samenspraak met uw accountant en/of de fiscalist.

Samenvattend

Als landbouwgrond wordt gebruikt voor een ander doel dan landbouwkundig gebruik (bijvoorbeeld een zonneweide) heeft dat effect op de fiscale positie van die grond binnen de onderneming van de agrariër.

Door de wijziging van het gebruik is de landbouwvrijstelling niet meer van toepassing en verlaat de grond het ondernemingsvermogen. Voor de agrariër heeft dat nadelige fiscale gevolgen.

Hier kunt u de hele serie blogs over de Landbouwvrijstelling teruglezen.


[1] Windmolens specifiek wordt niet behandeld

[2] Gebonden aan voorwaarden

[3] In geval van overheidsingrijpen gelden andere voorwaarden voor de HIR

[4] Zie besluit 23 november 2018/VN 2018/67.4

[5] Vaak door wijziging bestemmingsplan

Attenties grond en gebouwen

Kavelknippen

In de blog ‘Uit de praktijk: speculatieve grondbeleggingen en erfbelasting’ hebben wij aandacht besteed aan speculatieve grondbeleggingen.

Sinds het schrijven van dat artikel is er een aantal ontwikkelingen te melden. Nadat via RTL nieuws [1] en via het FD aandacht is besteed aan dit soort speculatieve grondbeleggingen, is er ook politieke aandacht gekomen.

Inmiddels heeft de overheid [2] via een brief aan de Tweede Kamer aangekondigd maatregelen te gaan nemen tegen deze speculatieve grondhandel.

Eenvoudig gezegd is het aanpakken van dit soort grondbeleggingen een veelkoppig monster. Een eenvoudige oplossing is nog niet voorhanden.

Voor toekomstige kopers van dit soort percelen moet deze ontwikkelingen een signaal zijn. Voor mensen die reeds gekocht hebben, is het van belang om te zoeken naar oplossingen om de “schade” te beperken.

Afschaffing jubelton per 2024

Schenken aan kinderen blijft altijd een onderwerp in de adviespraktijk. Schenken van gelden in combinatie met financieren is financieel en fiscaal interessant.

Schenken kan op diverse manieren, bijvoorbeeld een schenking in contanten of een schenking in de vorm van een aflossing van een schuld. In de praktijk speelt de jubelton als instrument een belangrijke rol.

De jubelton (schenken in combinatie tot de eigen woning) op een rijtje in de tijd gezien.

  • Tot 31 december 2022 was de jubelton een bedrag dat belastingvrij geschonken kon worden aan mensen tussen de 18 en 40 jaar. (in 2022: € 106.671,–)

  • Per 1 januari 2023 mochten ouders aan kinderen een bedrag van € 28.947,– schenken.

  • Per 1 januari 2024 is de jubelton of specifiek schenken volledig afgeschaft.  Voor schenkingen in verband met woningen zijn er geen specifieke vrijstellingen meer van toepassing.

Maak bezwaar tegen de box 3-heffing

Het zal u niet ontgaan zijn dat de box-3 heffing de gemoederen bezig blijft houden. In eerdere bijdragen is daar aandacht aan besteed.

Het begon allemaal met het zogenaamde Kerst-arrest uit 2021 ([3]). De Hoge Raad oordeelde dat het Box-3 stelsel in strijd is met Europees recht. De Nederlandse wetgever heeft als antwoord op die uitspraak een nieuw systeem geïntroduceerd. Dat systeem gaat ook uit van forfaitaire rendementen.

De advocaat-generaal van de Hoge Raad heeft hier een advies over geschreven voor de Hoge Raad. Eenvoudig gezegd komt dat advies erop neer dat heffen op (forfaitaire) rendementen strijdig is met rechtsbeginselen. De belastingdienst in Nederland moet deze wetgeving uitvoeren en heeft in de uitvoering grote problemen.

Voor u als belastingplichtige is het van belang  dat u jaarlijks tijdig bezwaar maakt omtrent Box 3. Dat speelt met name in de situatie dat het forfaitaire rendement van box 3 het werkelijk rendement overtreft.

Beoordeel de WOZ waarde van uw bedrijfspand

Veel ondernemers schrijven af op bedrijfsvastgoed in eigen gebruik. Met ingang van 2024 stopt deze afschrijving.

In het verleden kon je op basis van de economische levensduur [4] jaarlijks een bedrag als afschrijving ten laste van de winst brengen. Op enig moment is de fiscale bodemwaarde [5] ingevoerd, gebaseerd op de WOZ-waarde.

Eenvoudig betekent dit dat je een gebouw niet verder kunt afschrijven dan tot die bodemwaarde. Daardoor mis je een aftrekpost bij de winstbepaling en heb je eerder en meer belaste winst. Hier zie je eigenlijk al dat de WOZ-waarde van invloed is, immers die kun je jaarlijks vaststellen [6].

Met ingang van 2024 hebben alle bedrijfsgebouwen in de Inkomstenbelasting een bodemwaarde van 100% van de WOZ waarde. Eenvoudig gezegd een stop op afschrijven en dus eerder en  meer belaste winst [7].

Hoe moet je hier nu mee omgaan de komende tijd?

Maak bij de beoordeling van de waarde van een gebouw een onderscheid naar machines. Soms zijn machines namelijk geactiveerd als gebouw. Haal dat bedrag  uit de waarde van het gebouw en schrijf hierover apart af.

Uiteraard moet je ook extra goed op de WOZ-waardevaststelling van de gemeente letten. Maak bij een te hoge waarde vaststelling van het onroerend goed tijdig bezwaar.


[1] Rechter legt bom onder werkwijze dubieuze grondhandelaren: ‘Einde verdienmodel’ | RTL Nieuws

Kadaster: ‘Landbouwgrond niet meer opknippen zonder vergunning’ | RTL Nieuws

[2] Kamerbrief over speculatieve handel in landbouwgrond | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

Kamerbrief Modernisering van het grondbeleid | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

[3] 24 december 2021 Hoge Raad

[4] Minus de restwaarde

[5] Bijvoorbeeld voor 2023 op 50 % van de WOZ-waarde voor een pand in eigen gebruik. En voor 2023 100% voor ander gebruik op 100%

[6] tot 2024 is in de Inkomstenbelasting nog een onderscheid van belang van eigen gebruik of juist niet.

[7] Er zijn uitzonderingen bij recente investeringen/ overgangsrecht.

Thema Landbouwvrijstelling: update blog 8 Tijdelijk Bos

Blog 8 uit onze serie over de Landbouwvrijstelling gaat over Tijdelijk bos. Hierin is aandacht besteed aan een lopende procedure bij de Hoge Raad.

Een korte herhaling: een agrariër verkoopt percelen grond met tijdelijk bos en hij claimt in zijn aangifte de landbouwvrijstelling. De belastingdienst volgt dit niet. Voor de agrariër heeft dat tot gevolg dat de verkoop van percelen grond niet onder de landbouwvrijstelling vallen.

Zodra de Hoge Raad haar oordeel heeft gegeven, zouden wij u  op de hoogte houden.

Inmiddels heeft de Hoge Raad gesproken.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond is ([1]).

De Hoge Raad is van mening dat bij de beoordeling van de klachten (in cassatie) het niet nodig is om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. 

Dus?

In normaal Nederlands staat hier dat de Hoge Raad van mening is dat zij, op basis van de feiten in het voorgelegde dossier, niet toekomt aan beoordeling van fundamentele vragen over de toepassing en uitleg van de landbouwvrijstelling. 

Voor de casus die is voorgelegd, betekent dit dat de verkoopwinst op de grond belast is. De uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden blijft dus staan. [2]

Voor de agrariër in kwestie een hard gelag.


[1] art. 81 lid 1 Wet RO:

[2] Hof Arnhem ECLI: NL: GHARL 2022 8651

Thema Landbouwvrijstelling: 9-herwaarderen van ondergrond, gebouw en erf

De landbouwvrijstelling. Geliefd en gehaat. In onze rentmeesterspraktijk merken we dat hierover vragen leven. Zoveel uiteenlopende vragen, dat deze niet allemaal in één blog te behandelen zijn. Daarom hebben wij ervoor gekozen een reeks van artikelen over het thema Landbouwvrijstelling te maken. In elk artikel komt een ander deelonderwerp aan bod.

Dit is deel 9: herwaarderen van ondergrond, gebouw en erf.

In deze bijdrage staan de vragen centraal:

  • Is het mogelijk om de ondergrond van een gebouw en/of een erf te herwaarderen?
  • Wat is de verhouding tot de landbouwvrijstelling?

Bij de waardering van objecten is herwaarderen van ondergrond, gebouw en erf een thema dat steeds meer aan de orde komt. Er is in toenemende mate reële kans dat een hele boerderij in een transitiefase terecht gaat komen. Voor de ondernemer is het van groot belang om voorafgaand aan de transitie de financiële positie op orde te hebben. Daarbij maakt het niet uit welke tak van sport je binnen de agrarische wereld vervult.

Bij een herwaardering wordt de fiscale boekwaarde verhoogd1 naar de dan geldende WEVAB-waarde. Die WEVAB moet worden vastgesteld door een agrarisch taxateur.

Herwaardering bij bijzondere omstandigheid

Een herwaardering kan doorgevoerd worden als er sprake is van een bijzondere omstandigheid binnen die onderneming. Bij een bijzondere omstandigheid kunt u denken aan het toetreden van een kind tot de onderneming of het aanpassen van de gerechtigheid tot de stakingswinst.

Aan een herwaardering en aan de landbouwvrijstelling kleven veel aandachtspunten2.

De rechtspraak heeft antwoorden gegeven op specifieke vragen rondom de landbouwvrijstelling over dit onderwerp3.

In die jurisprudentie kwam de vraag aan de orde of het mogelijk is een gebouw in te brengen met een voorbehoud voor wat betreft de stille reserves en tegelijkertijd de ondergrond van dat gebouw in te brengen tegen de op dat moment geldende WEVAB-waarde4?

Het antwoord op deze vraag is dat de ondergrond van een gebouw apart (los van het gebouw) geherwaardeerd kan worden.

Voorbeeld

Via een voorbeeld wordt de herwaardering van de ondergrond toegelicht.

Akkerbouwer Jan5
In eerdere voorbeelden kwamen we akkerbouwer vader Jan tegen.
Jan heeft op zijn akkerbouwbedrijf een bouwblok met daarop een aardappelbewaarloods staan. Hij gaat een maatschap aan met zijn zoon Koos. Koos verwerft een economisch belang van 10% in het bouwblok en ook in deze loods. Na deze overdracht heeft Jan nog een belang van 90%.

In het voorbeeld worden het erf en de ondergrond van het gebouw geherwaardeerd. Voor de loods wordt door vader Jan een voorbehoud gemaakt voor wat betreft de stille reserves ten opzichte van Koos.

Uitgangspositie

  • Het erf en de loodsen zijn in het verleden door Jan verkregen via een bedrijfsoverdracht.
    • Op het erf staat inmiddels een aardappelbewaarloods met een vloeroppervlakte van 25m x 40m, met een boekwaarde van € 100.000,- (niet gelijk aan de marktwaarde van het gebouw) en
    • Een boekwaarde voor het erf (9000 m2) en de ondergrond van de loods (1000m2) een waarde van € 8,- per m2 ofwel € 80.000,-
  • Het bouwblok heeft een oppervlakte van 10.000 m²
  • Op moment X wordt de herwaardering ingezet.
  • Er rusten geen fiscale claims op de grond.

Herwaardering 

  • De WEVAB is voor het erf en de ondergrond op moment X vastgesteld op € 20,- per m2 ofwel € 200.000,- voor 10.000 m2 (voor erf en ondergrond loods).
  • Koos neemt deel voor 10% (economisch) in het erf en de ondergrond door toetreding tot de maatschap.
  • Door deze toetreding ontstaat er overdrachts-en herwaarderingswinst voor het erf en de ondergrond van de loods.
  • Op deze winst is op moment X de landbouwvrijstelling van toepassing.
  • Koos heeft door deze herwaardering op moment X een toename van zijn eigen vermogen verkregen.
  • Jan verkrijgt door deze herwaardering op moment X een hoger eigen vermogen.
  • De opstal (de loods) blijft buiten de herwaardering6

In ons voorbeeld is er wel getaxeerd, maar echter met het doel om de stille reserves vast te stellen die Jan ten opzichte van Koos voorbehoudt.

Het herwaarderen van de ondergrond en erf met daarop een gebouw is een interessante mogelijkheid. Het vraagt echter wel extra aandacht op het gebied van advisering en ook voor wat betreft het taxeren. Wij zijn graag bereid u bij te staan in dit proces.  


Voetnoten:
1. Grof geformuleerd.
2. Om een herwaardering uit te voeren is begeleiding nodig vanuit uw accountant.
3. Hoge Raad 30-9-2016, ECLI:NL:HR:2016:2199
4. Dit vraagt om een zorgvuldig opgestelde samenwerkingsovereenkomst.
5. Voor het voorbeeld wordt er alleen ondergrond van een aardappelbewaarloods geherwaardeerd waarop geen fiscale claims rusten.
6. In verband met de landbouwvrijstelling en in verband met de overdrachtsbelasting.

Wat is de waarde van natuur(grond)?

In onze praktijk krijgen wij vaak vragen over de waarde van natuurgrond. Voor dit artikel zal ik mij beperken tot de fysieke waarde, dus de prijs per vierkante meter. De uitstap naar de waarde van hetgeen dat boven de grond uitsteekt, ‘de opstand’, laat ik graag over aan deskundigen op dit gebied.

Verder wil ik natuurgrond breed belichten. Dus ook de Natura 2000-gebieden of waterpartijen zou je onder natuur zoals in dit artikel wordt bedoeld, kunnen scharen.

Waarde en prijs

De waarde van een vastgoedobject – waar ook natuur onder valt – wordt evenals veel ander vastgoed sterk bepaald door emotie. Een Engelse term die dit mooi beschrijft is ‘worth and value’. In het Nederlands zou je dit kunnen vertalen als: ‘waarde en prijs’. Wat ik hiermee aan wil geven is dat de waarde van vastgoed sterk bepaald wordt door bijvoorbeeld een omstandigheid als ‘waar is het object gelegen?’

Als we dit vertalen naar de ligging van landbouwgrond (binnen Nederland) dan zullen de meeste mensen wel kunnen aangeven dat de waarde tussen € 3,- per m² en € 20,- (!) per m² ligt. Als de vraag wordt gesteld ‘wat doet natuurgrond?’ dan wordt het toch wel wat ingewikkelder.

Natuurgrond landbouwkundig niet exploitabel maar toch interessant?

Een invalshoek die het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) vanaf 2023 met zich meebrengt, is de volgende. Natuurgronden met de nodige gebruiksbeperkingen verschaften voorheen slechts een beperkt direct rendement (inkomen). Met het invoeren van de zogenaamde conditionaliteiten en de ecoregelingen vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB, ik zal hier nu verder niet op in gaan) kan dit wel eens betekenen dat deze mogelijk voor de landbouw minder aantrekkelijke gronden zich uitstekend lenen om te kunnen worden ingezet in het kader van het nieuwe GLB.

Hierdoor kunnen deze gronden een hogere waarde gaan vertegenwoordigen. Vanzelfsprekend dienen deze gronden wel te voldoen aan de voorwaarden van subsidiabel areaal.

Wat is dan de waarde van een vierkante meter natuurgrond?

Vanuit landbouwkundige invalshoek is de waarde van natuurgrond vaak zeer beperkt, er valt immers weinig op te verdienen. Bij de transacties van landbouwgronden waarbij een significante oppervlakte aan natuur is betrokken, redeneert een gerede koper al snel als volgt:

(aantal m² x waarde landbouwgrond) + (aantal m² natuur x € 1,- per m²) (of zelfs de massa) = waarde perceel.

Een compleet andere waarde ontstaat wanneer de natuurgrond is gelegen in een gebied waar maar beperkt of geen landbouwactiviteiten plaatsvinden en waarbij aan deze natuur zo mogelijk een meerwaarde wordt betaald door recreatieve invloeden. Denk hierbij aan natuur bij openbare recreatieve gebieden.

In dichtbevolkte gebieden komt het voor dat particulieren voor volkstuinen of zelfs een stukje water behoorlijke bedragen betalen. Denk hierbij aan bedragen van € 100,- per m² of zelfs meer. En voor alle duidelijkheid: dit zijn dan geen aangrenzende percelen, maar percelen op afstand met een oppervlakte van bijvoorbeeld 500 m² waar je hoogstens met een fiets kunt komen. In sommige gevallen zijn er zelfs percelen die alleen met een bootje te bereiken zijn.

Het is bijzonder om te realiseren dat dergelijke percelen waarschijnlijk onverkoopbaar zouden zijn, of hoogstens verkocht zouden worden voor een fractie van deze prijs, als deze gelegen zouden zijn in een gebied waar met name landbouwactiviteiten plaatsvinden.

Kavelknippers

Aan de andere kant, als je de waarde van deze percelen natuurgrond vergelijkt met transacties door ‘kavelknippers’, dan valt deze prijs ook wel weer mee.

Met de kavelknippers worden bedoeld de partijen die landbouwgrond opkopen en deze percelen in een veelvoud aan kleinere kaveltjes opknippen om deze vervolgens afzonderlijk aan particuliere beleggers te verkopen met de hoop op een transitie van landbouw naar bijvoorbeeld woningbouw.

Dergelijke kavels hebben over het algemeen ‘slechts’ de landbouwkundige waarde, maar worden aan particulieren verkocht voor soms 4 of 5 keer deze waarde. Ook kan een particuliere eigenaar, in tegenstelling tot de natuurgronden, het genot van de zaak niet uitoefenen omdat hij of zij slechts een klein onderdeel uitmaakt van een groot landbouwperceel waarbij vaak het gebruik bij een derde partij (een landbouwer) ligt.

Kortom, ook een juiste waardebepaling van natuurgrond is en blijft maatwerk.

Thema Landbouwvrijstelling: 8-tijdelijk bos, vrijstelling of gewoon belast?

Steeds meer wordt de landbouw in Nederland geconfronteerd met veranderingen. Neem recent het stikstofdossier maar in gedachte.

In deze blog gaan we in op de verandering van landbouw naar bosbouwactiviteiten. Het zal blijken dat een transitie onverwachte effecten op bedrijfsniveau met zich meebrengt.

Op bedrijfsniveau worden keuzes gemaakt op basis van regels volgend uit beleid. Bij die keuzes is de werking van allerlei fiscale vrijstellingen1 van belang.

Casus

Bij de Hoge Raad2 ligt een interessante kwestie voor die gaat over de weigering van de fiscus om de landbouwvrijstelling toe te passen. Het gaat om percelen landbouwgrond waarop tijdelijke boomteelt (snelgroeiend bos) is toegestaan en daardoor geen bosgrond zou worden3.

Destijds is bedoeld dat de tijdelijke boomteelt gezien moet worden als een vervangend akkerbouwgewas. Het effect van deze aanduiding zou moeten zijn dat er bij latere verkoop van deze percelen een beroep gedaan kan worden op de landbouwvrijstelling.

In de voorliggende casus verkoopt belanghebbende percelen grond met tijdelijk bos en hij claimt in zijn aangifte de landbouwvrijstelling. De belastingdienst volgt dit niet. Voor de belanghebbende heeft dat tot gevolg dat de verkoop van percelen grond niet onder de landbouwvrijstelling vallen4.

Het is afwachten hoe de Hoge Raad over deze casus zal oordelen. Wij houden u daarvan op de hoogte.

De les

Landbouwondernemers worden geconfronteerd met een overheid die beleidsmatig van alles wil.

De vertaling van het beleid naar regels moeten voor een ondernemer behapbaar en duidelijk zijn op het moment dat hij keuzes maakt. Voor de overheid ligt hier een duidelijke taak.

Voor de landbouwondernemer heeft een transitie forse financiële gevolgen. Het tijdig laten voorlichten over de effecten bij een transitie is van groot belang.

Voetnoten:
1. Landbouwvrijstelling / bosbouwvrijstelling
2. Hof Arnhem ECLI: NL: GHARL 2022 8651
3. Volgens  toelichtingen bij de zogenoemde set-aside regelingen uit de periode 1988-1992
4. Omwille van de leesbaarheid wordt het beroep op de bosbouwvrijstelling niet uitgediept

Thema Landbouw­vrijstelling: 7-pachtersvoordelen

De landbouwvrijstelling. Geliefd en gehaat. In onze rentmeesterspraktijk merken we dat hierover vragen leven. Zoveel uiteenlopende vragen, dat deze niet allemaal in één blog te behandelen zijn. Daarom hebben wij ervoor gekozen een reeks van artikelen over het thema Landbouwvrijstelling te maken. In elk artikel komt een ander deelonderwerp aan bod.

Dit is deel 7: landbouwvrijstelling en pachtersvoordelen.

In deze bijdrage staan de volgende vragen centraal:

  • wat is een pachtersvoordeel?
  • wat is de verhouding tot de landbouwvrijstelling?

Uit gesprekken met opdrachtgevers voor wie een taxatie van een agrarisch object plaatsvindt, blijkt geregeld dat op dat object een fiscale claim rust. Die claim heeft nog niet direct effect op de waardering, maar die claim heeft wel effect op wat die verkopende agrariër “netto” overhoudt.

In een eerder artikel in deze reeks is al ingegaan op wat een fiscale claim is. Bij landbouwgrond die destijds uit “pacht” is gekocht, ontstaat geregeld een pachtersvoordeel. Een pachtersvoordeel is ook een vorm van een belaste claim.

Om de bewustwording te stimuleren ga ik wat meer de diepte in.

Pachtersvoordelen in combinatie met landbouw en landbouwgrond zijn vaak complex en ingegeven door de specifieke casus. Er zijn ook voordelen volgend uit overeenkomsten1 die erg lijken op het voordeel dat ontstaat uit een pachtsituatie. Verder zijn er recentelijk flinke veranderingen opgetreden in de mogelijkheden van het “doorschuiven” van pachtersvoordelen2 3.

Pachtersvoordeel  

Een pachtersvoordeel ontstaat doordat een pachter op basis van de regels van pacht4, de door hem gepachte grond kan aankopen tegen de verpachte waarde. In de praktijk ligt de waarde van deze verpachte waarde lager dan de vrije waarde. Dit verschil wordt vastgesteld en dat verschil gaat door het ‘fiscale’ leven onder de naam pachtersvoordeel.

Als op enig moment die grond wordt verkocht, valt het pachtersvoordeel niet onder de landbouwvrijstelling5. Dit voordeel is niet toe te rekenen aan de waardeverandering van de grond zelf.

Een voorbeeld

In dit voorbeeld wordt eerst grond uit pacht gekocht (stap 1) en vervolgens wordt een aantal jaren later de betreffende grond doorverkocht (stap 2). 

Stap 1

  • Er is in het verleden 1 hectare uit pacht gekocht;
  • De waarde van de grond vrij op dat moment was € 55.000,- (bijvoorbeeld 2012);
  • De waarde van de grond in verpachte staat is vastgesteld op € 35.000,- (bijvoorbeeld 2012);
  • Het pachtersvoordeel is vastgesteld op € 20.000,-.

Stap 2

  • De genoemde hectare wordt verkocht;
  • De ondernemer oefent een landbouwbedrijf uit;
  • De verkoopprijs (=WEVAB) van deze grond is € 100.000,- per ha;
  • De boekwaarde is € 35.000,-;
  • Het gaat in het voorbeeld alleen om Inkomstenbelasting.

Uitwerking in getallen

Verkoopprijs€ 100.000,- WEV = WEVAB
Boekwaarde (fiscaal)€ 35.000,-
————-
-/- 
Boekwinst€ 65.000,-  

Onder te verdelen in:

Werking landbouwvrijstelling€ 45.000,-onbelast
Pachtersvoordeel€ 20.000,-belast

In dit voorbeeld is goed te zien hoe het pachtersvoordeel in de belastingheffing terechtkomt.

Wilt u meer toelichting op dit onderwerp? Neem dan gerust contact met ons op.

Voetnoten:
1. Bijvoorbeeld een gebruikersvoordeel, een voordeel uit een erfpachtovereenkomst.
2. wetten.nl – Regeling – Inkomstenbelasting, winst; landbouwproblematiek – BWBR0041641 (overheid.nl)

3. Gebruikersvoordelen en het nieuwe beleid over doorschuiven van pachtersvoordelen worden niet behandeld.
4. Voorkeursrecht.
5. Dit kan ook spelen bij een onttrekking. 

Thema Landbouwvrijstelling: 6-herinvesteringsreserve

De landbouwvrijstelling. Geliefd en gehaat. In onze rentmeesterspraktijk merken we dat hierover vragen leven. Zoveel uiteenlopende vragen, dat deze niet allemaal in één blog te behandelen zijn. Daarom hebben wij ervoor gekozen een reeks van artikelen over het thema Landbouwvrijstelling te maken. In elk artikel komt een ander deelonderwerp aan bod.

Dit is deel 6: landbouwvrijstelling en herinvesteringsreserve.

In deze bijdrage staan de volgende vragen centraal:

  • wat is een herinvesteringsreserve?
  • wat is de verhouding tot de landbouwvrijstelling?

Uit gesprekken met opdrachtgevers voor wie een taxatie van een agrarisch object plaatsvindt, blijkt geregeld dat op dat object een fiscale claim rust. Die claim heeft nog niet direct effect op de waardering, maar die claim heeft wel effect op wat die verkopende agrariër “netto” overhoudt.

In een eerder artikel in deze reeks is al ingegaan op wat een fiscale claim is.
De herinvesteringsreserve (HIR) is een dergelijke claim.

Ik merk nadrukkelijk op dat over de herinvesteringsreserve in combinatie met landbouw en landbouwgrond veel te vertellen is. Vooral in situaties van verkoop vanwege overheidsingrijpen vraagt dit thema bijzondere aandacht en begeleiding. Het inschakelen van een accountant/fiscalist raden wij ten zeerste aan.

Als landbouwgrond wordt verkocht voor een hogere waarde (de WEV) dan de agrarische waarde (WEVAB) is de landbouwvrijstelling niet van toepassing op het deel van de koopsom boven de WEVAB. Voor het gedeelte van de opbrengst dat boven de WEVAB ligt is mogelijk1 de herinvesteringsreserve van toepassing.

In de tekst hierna en ook in het voorbeeld gaan we ervan uit dat de herinvesteringsreserve gevormd mag worden en ook dat deze verwerkt is in de boekhouding2.

Een voorbeeld

In dit voorbeeld wordt eerst grond verkocht (stap 1) en daarna weer andere grond gekocht (stap 2). Dit speelt zich af binnen de termijnen gegeven voor de herinvesteringstermijn.

Stap 1

  • Er wordt 2 hectare verkocht.
  • De verkoper is ondernemer en oefent een landbouwbedrijf uit.
  • De koper is een overheidsinstantie.
  • De WEV is € 140.000,- per ha, voor 2 ha is dat € 280.000,-.
  • De WEVAB is € 85.000,- per ha, voor 2 ha is dan de opbrengst € 170.000,-.
  • De boekwaarde is € 25.000,- per ha, voor 2 ha is dat € 50.000,-.
  • Er rust geen belaste claim uit het verleden op deze grond.
  • Het gaat in het voorbeeld alleen om Inkomstenbelasting.
  • Er is overeenstemming dat er een HIR (herinvesteringsreserve) gevormd mag worden voor € 60.000,-.

Uitwerking in getallen

Verkoopprijs€ 280.000,- WEV is hoger dan WEVAB
Boekwaarde (fiscaal)€ 50.000,-
————-
-/- 
Boekwinst€ 230.000,-  
Toepassing LBV€ 170.000,--/- 
Toepassing HIR€ 60.000,-
————-
-/-Belaste claim (toekomst)
Belastbare winst bij verkoop€ 0,-  

Stap 2

  • Er wordt 5 ha landbouwgrond gekocht.
  • De koper is de verkoper uit stap 1, ondernemer en oefent een landbouwbedrijf uit.
  • De WEVAB van de nieuwe grond en ook de aanschafprijs is € 90.000,- per ha. Voor 5 ha is dat een aankoop van € 450.000,-.
  • De boekwaarde blijkt in de uitwerking.
  • De herinvesteringsreserve van € 60.000,- gaat verwerkt worden.
  • Het gaat in het voorbeeld alleen om Inkomstenbelasting.

Uitwerking in getallen

Aankoopprijs€ 450.000,- WEV = WEVAB
Afboeking HIR€ 60.000,-
————-
-/- 
Boekwaarde (fiscaal)€ 390.000,-  

Effect landbouwvrijstelling en herinvesteringsreserve

In stap 1 is, doordat de landbouwvrijstelling deels zijn werk doet, de boekwinst per saldo in deze stap niet belast. Er ontstaat door de verschillen in WEV en WEVAB een herinvesteringsreserve van € 60.000,-. Over de vorming van deze reserve is overeenstemming bereikt met de fiscus.

In stap 2 verlaagt de afboeking van de herinvesteringsreserve de (fiscale) boekwaarde3.

De herinvesteringsreserve is ontstaan in stap 1 en de belastingheffing over het te belasten deel “is uitgesteld” in stap 2 door de lagere fiscale boekwaarde. In het geval deze grond in een vervolgstap wordt verkocht, komt dit bedrag van
€ 60.000,- als te belaste bate “bovendrijven”.

Voetnoten:
1. Het gaat dit artikel te buiten om op alle details in te gaan. Dat is specialistenwerk.
2. Terug te vinden in uw fiscale boekhouding.
3. Hier gelden ook zogenaamde boekwaarde-eisen.

Balanswaardering – voor u van belang?

In onze praktijk krijgen wij regelmatig het verzoek van vastgoedeigenaren om de marktwaarde van vastgoed te taxeren voor het vaststellen van de jaarrekening.

De opdrachtgevers die hierom vragen zijn bijvoorbeeld pensioenfondsen, verzekeringsfondsen, beleggingsfondsen, of andere rechtsvormen die eigenaar  zijn van vastgoed. Over het algemeen gaat het om vastgoed dat dient als solide basis om aan mogelijke (uitkerings-)verplichtingen in de toekomst te kunnen voldoen.

Het begrip ‘balanswaardering’ waar ik in dit artikel bij stil wil staan, betreft de waardering van een vastgoedportefeuille aan het einde van het boekjaar. Deze waardering vormt feitelijk vaak een onderdeel van de jaarrekening.

In de balanswaardering wordt de actuele waarde van het (agrarisch) vastgoed weergegeven op een bepaalde waardepeildatum. Deze datum is over het algemeen de laatste datum van het boekjaar en is bijna altijd 31 december van het betreffende boekjaar.

Wijze van waarderen

De waardering van een agrarische vastgoedportefeuille is in beginsel bedoeld om een actuele waarde van het vastgoed af te geven. Deze actuele waarde is gebaseerd op marktprijzen en/of omstandigheden die op de waardepeildatum relevant zijn voor de waarde van het vastgoed.

In de praktijk wordt het uitgangspunt gehanteerd dat dit de waarde is waartegen het gehele vastgoed kan worden verhandeld tussen ter zake goed geïnformeerde marktpartijen. Bij deze fictie zal het aantal marktpartijen dat in één keer een grote portefeuille kan overnemen, beperkt zijn.

Van belang is om te realiseren dat deze waarde niet betreft de ‘uitgeponde’ variant van dit vastgoed. De uitgeponde waarde betreft de vaak hogere waarde van vastgoed dat gerealiseerd wordt wanneer er bijvoorbeeld een gelegenheidsdeal tot stand komt.

Bij een voorgenomen verkoop van iedere kavel apart zal een hoger verkoopresultaat (uitgeponde waarde) behaald worden dan bij de verkoop van de gehele portefeuille. In dit geval wordt elke potentiele koper in de gelegenheid gesteld om de desbetreffende kavel te kopen. Dit kost meer tijd. Om deze reden is het niet gebruikelijk om dit uitgangspunt te hanteren bij een balanswaardering. 

In een balanswaardering wordt dit aspect – 1 koper die in staat is de gehele portefeuille in een keer over te nemen – als een voorzichtigheidsbeginsel in meer of mindere mate toegepast.

Tegenstrijdige belangen

Het ‘voorzichtig’ waarderen van een portefeuille zoals hiervoor beschreven, lijdt ongetwijfeld weer tot reacties van belanghebbenden op deze waardering.

Immers, een directie heeft ten opzichte van een bestuur of commissarissen vaak de opdracht om zo goed mogelijke cijfers aan het einde van het boekjaar te kunnen presenteren.

Aan de andere kant heeft een directie ook de taak om een reële voorstelling van de cijfers naar hun achterban te geven. Hierdoor kan er een spanningsveld ontstaan tussen de opdrachtgever en de taxateur.

Het is dan ook de schone taak van de taxateur om zo goed mogelijk te benoemen wat de aanleiding is van de taxatie en dit op een correcte manier te vertalen naar de marktwaarde.

In het hiervoor geschetste beeld zal de hoogte van de waardering bij een balanstaxatie dan ook anders uit kunnen vallen dan de waardering in geval bij een voorgenomen verkoop van (een onderdeel van) het vastgoed.

Gebruikersovereenkomsten vastgoed van invloed

In geval de situatie zich voordoet dat er sprake is van verhuurd, verpacht, of in erfpacht uitgegeven vastgoed zal de taxateur zich moeten verdiepen in deze overeenkomsten.

Hierbij zal in ieder van drie genoemde varianten sprake moeten zijn van een gekozen uitgangspunt. Hiervoor kan een rekenkundige taxatiebenadering worden gekozen (in geval reguliere pacht, bijvoorbeeld de 60% van de vrije marktwaarde die de fiscus hanteert bij de waardering van verpachte gronden in box 3).

De waardering van erfpacht kan ook rekenkundig worden benaderd. Echter, voor een juiste waardering dienen er ook andere relevante zaken te worden meegenomen in deze benadering. Hierbij kan men denken aan de leeftijd van de pachter/huurder, oude rechten, terugkooprechten en dergelijke.

Kortom, juist als er sprake is van gebruikersrechten van het vastgoed vergt het juist analyseren van deze overeenkomsten de nodige vakbekwaamheid van de taxateur.

De deskundigen van Overwater Rentmeesterskantoor staan u dan ook graag bij in de hiervoor genoemde zaken.

WILT U NIETS MISSEN? 

Schrijf u dan in voor onze zeswekelijkse nieuwsbrief en volg ons op social media. 

*  Website URL

WILT U NIETS MISSEN? 

Schrijf u dan in voor onze zeswekelijkse nieuwsbrief en volg ons op social media. 

*  Website URL

Kerkstraat 54
3291 AM Strijen

078-6749494
info@ovtr.nl

Wij zijn telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.30 uur tot 17.00 uur.