Skip to main content

12,5 jaar Overwater door de bril van Schil

Op 1 april 2023 is onze collega Schil Herweijer 12,5 jaar in dienst bij Overwater Rentmeesterskantoor. Dit is ook de dag dat hij met pensioen gaat. Redenen genoeg om hem eens te vragen naar zijn tijd bij Overwater.

Schil, wanneer ben je begonnen bij Overwater?

Op 1 oktober 2010 ben ik begonnen bij Overwater Rentmeesterskantoor aan de nieuwe uitdaging, na 35 jaar Rabobank.

Waarom wilde je bij Overwater werken?

Ik ben een boerenzoon, praktiserend akkerbouwer en vind het mooi om passende diensten aan te bieden aan relaties.

Kun je wat vertellen over de beginperiode?

Bij het eerste gesprek werd door Peter Overwater en Pieter Kerkstra aangegeven dat er werk was voor een paar dagen per maand. Gedurende het vervolggesprek kwam naar voren dat er wellicht meer uren ingevuld konden worden.

En jawel….. bij ondertekening van de arbeidsovereenkomst kwamen we uit op 32 uur per week, gedurende 4 dagen. Gezien het arbeidsritme bij de Rabobank kon ik mij hierin wel vinden. Na een uitgebreid assessment kon ik aan de slag bij Overwater.

Voordat ik mijn werkzaamheden echt begon bij Overwater, had ik al een gezellig kantooruitje; ik meen naar Leiden.

Op mijn eerste werkdag, maandag 4 oktober 2010, kreeg ik een mooi en gedetailleerd werkboek met op de eerste pagina het introductieprogramma.

De ontvangst was door Mientje den Boer. En, jaja, om 9.00 uur een fotograaf in de Raadzaal!

Mijn trotse vader vond het geweldig dat ik mijn draai had gevonden op kantoor bij ‘PSD’ (vader van Peter Overwater) zoals hij dat noemde. Helaas overleed mijn vader in december 2010 op 87-jarige leeftijd naast me in de auto.

Wat is je opgevallen?

Ik kwam bij Rabobank Hoeksche Waard vandaan; een club met zo’n 250 personeelsleden. De leiding was daar in handen van een Algemeen directeur, directeur Bedrijven en directeur Particulieren.

Al bladerend door het eerder genoemde werkboek kwam ik er achter dat ik binnen Overwater (Rentmeesterskantoor en Grondbeleid Adviesbureau) te maken kreeg met maar liefst 6 directeuren! Dit op een personeelsbestand van zo’n 35 personen vond ik wel bijzonder.

Al heel snel kwam ik erachter dat de directeuren bij Overwater een heel andere insteek hadden dan bij de Rabobank. Het waren mensen die het liefst ‘in het veld’ bezig waren met hun eigen portefeuille en opdrachtgevers.

Kun je wat vertellen over je werk?

Ik begon aan de tweejarige opleiding Grondverwerving en Schadevergoedingen waar ik, niet met twee vingers in mijn neus, maar wel met twee einddiploma’s voor slaagde.

Het werk bij Overwater heb ik met veel verschillende opdrachtgevers, pachters en met geweldige collega’s uitgevoerd. Waarbij ik altijd graag onderweg was en persoonlijke gesprekken voerde met de mensen. Mensen interesseren mij en ook hun doen en laten er omheen.

Door de jaren heen heb ik een flink netwerk opgebouwd van relaties. Dit is zeker een must om de diensten ‘aan de man c.q. de vrouw’ te brengen. Het is altijd plezierig wanneer (potentiële) relaties je weten te vinden.

Op beurzen mocht ik altijd graag staan. Veel mensen ontmoeten en bekijken of we iets voor elkaar kunnen betekenen.

Ook is in deze periode op het kantoor de automatisering sterk toegenomen. Dit heb ik altijd gezien als een geweldig hulpmiddel bij de uitvoering van de werkzaamheden.

Schil, wij kennen jou als een sociale collega. Wil je hier iets over vertellen?

Ons kantoor vind ik nog steeds een parel in het dorp Strijen en ik was altijd best een beetje vereerd dat ik, bij gelegenheden die zich voordeden, de vlag mocht hijsen en strijken op de toren.

In het fraaie voormalig gemeentehuis van Strijen heb ik diverse keren mee kunnen doen aan de Open Monumentendag. Leuk om de raadzaal, waar Maddie en ik een heel gelukkig huwelijk hebben gesloten, te tonen aan mensen.

Een aantal jaren heb ik deel uitgemaakt van de Sociale Commissie. Het is altijd weer leuk en toch enigszins spannend om weer iets te bedenken voor Pasen, Sinterklaas en Kerst. Ook blijft het leuk om kantoorborrels en uitjes te organiseren.

Wat doe je naast je werk bij Overwater?

Naast de werkzaamheden bij de Rabobank en bij Overwater heb ik een groot deel van de werkzaamheden verricht op ons 30 hectare grote akkerbouwbedrijf. Hier kon en kan ik na een dag vol met gesprekken heerlijk van genieten. 

Wanneer je bij de Rabobank werkte en je werd gevraagd voor een bestuursfunctie was Penningmeester natuurlijk een must. Zo kwam het Penningmeesterschap van de Strijense IJsclub en Stichting Familie Herweijer op mijn pad. Dit doe ik inmiddels ook al tientallen jaren.

Hoe kijk je terug op je tijd bij Overwater?

Al met al kan ik terugkijken op een mooie, leerzame en uitdagende tijd bij Overwater Rentmeesterskantoor, waarbij ik mijn (oud)collega’s bijzonder bedank voor de fijne samenwerking.

Natuurlijk zou dit allemaal niet zijn gelukt zonder de steun van mijn geweldige gezin!

Ook voor de lezers van Nieuwsbrief Overwater: een gezonde en mooie toekomst.

Wat kun je als grondeigenaar doen om de transitie te stimuleren?

In deze derde blog in de serie ‘Natuur en transitie van de landbouw’ wordt geprobeerd een aantal richtingen te duiden op welke wijze de grondeigenaar de transitie kan stimuleren.

De grondeigenaar in deze blog is dan de eigenaar die de grond niet zelf gebruikt en de grond in gebruik heeft gegeven aan de agrariër.

Wat is transitie?

De transitie waar het over gaat, is de ontwikkeling van de landbouw naar een vorm van landbouw die we als ‘duurzaam’ bestempelen. Wat duurzame landbouw precies is, is niet eenduidig aan te geven. Veelal vallen dan termen als ‘minder intensief’, ‘gezonde bodem’, ‘meer biodiversiteit’, ‘minder gewasbeschermingsmiddelen’, enzovoorts.

Om te komen tot een meer duurzame vorm van landbouw, met aandacht voor waterkwaliteit en omgeving, is er in de afgelopen jaren de nodige wet- en regelgeving gekomen. Denk dan aan regelgeving voor het toepassen van meststoffen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

Andere stappen die gezet zijn en gezet worden is het integreren van maatregelen ter bescherming van het oppervlaktewater (bufferzone langs sloot) en natuur via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), waarover in eerdere blogs is geschreven.

Hoe stimuleren?

Wat zijn concrete stappen die de grondeigenaar kan nemen om transitie te ondersteunen?

De grondeigenaar moet er allereerst voor open staan om de grondgebruiker te ondersteunen. Soms is voor bepaalde teeltmaatregelen toestemming van de grondeigenaar nodig, bijvoorbeeld voor omschakeling naar een biologische teeltwijze. Het geven van die toestemming is een stimulans voor de agrariër.

Voor extensivering is grond nodig, grondeigenaren kunnen bijdragen in de financiering van de extra gronden die nodig zijn. Financieel kan bijgedragen worden door het geven van een (tijdelijke) korting op de pacht of erfpachtcanon.

Daarbij past wel de opmerking dat soms de reguliere pachtprijs dermate laag is, dat er geen ruimte is voor verpachters om hier nog een korting op te geven. Bekend is wel dat grondeigenaren een lagere erfpachtcanon voorstellen in geval de erfpachter overschakelt naar een duurzamere bedrijfsvoering.

Transitie en grondgebruik

Voor de grondeigenaar en agrariër die verder willen gaan in de transitie naar een duurzamere landbouw zijn er mogelijkheden om afspraken te maken over het gebruik van de grond.

Bij voorkeur worden deze afspraken vastgelegd in de gebruiksovereenkomst van de grond, veelal reguliere pacht, erfpacht of geliberaliseerde pacht. Hier komt dan de bescherming van de pachter bij reguliere pacht om de hoek.

Het kan zijn dat pachter en verpachter vrijwillig afspraken maken over duurzame bedrijfsvoering, terwijl die afspraken door de grondkamer als ‘buitensporige verplichting’ worden gezien en niet worden toegestaan. Of de grondkamer keurt de afspraken goed maar meent dat de pachtprijs niet passend is en verlaagt de pachtprijs terwijl pachter en verpachter dat niet hebben beoogd.

Geliberaliseerde pacht heeft dan wel meer mogelijkheden om afspraken te maken over teeltmaatregelen en de pachtprijs.

Bij grondgebruik op basis van erfpacht kunnen de agrariër en grondeigenaar zelfstandig afspraken maken over maatregelen om een duurzame teeltmaatregelen toe te passen ter bevordering van bodem, natuur en water. Erfpacht geeft daarvoor meer vrijheid dan reguliere pacht.

Afsluiting

In onderling overleg kunnen grondeigenaar en grondgebruiker samen stappen zetten in de transitie naar een duurzamere vorm van landbouw, als zij daar verder in willen gaan dan de stappen die al gezet zijn en gezet worden op het landbouwbedrijf. Het contractueel vastleggen van die afspraken behoeft aandacht.

Tot slot is het wenselijk dat de kosten van deze transitie door de consument worden gedragen om een financieel gezonde, innovatieve en sterke landbouw te houden in Nederland.

Nieuw pachtrecht in zicht?

Sinds de evaluatie van het pachtrecht door prof. mr. Willem Bruil in 2013 is duidelijk dat het pachtrecht aan herziening toe is. Al jaren wordt erover gesproken en geschreven, maar tot een daadwerkelijk nieuw pachtrecht is het nog niet gekomen.

Het meest recente bericht is de brief aan de Tweede Kamer met een overzicht van de stand van het pachtbeleid van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de heer P. Adema.

Hierna geef ik de hoofdpunten weer van de brief. Als u nieuws verwacht, ga ik u teleurstellen: de brief is een opsomming of misschien wel een samenvatting van wat er in de afgelopen jaren door alle partijen is gezegd over gewenste veranderingen in het pachtrecht.

De minister verwijst naar een basisdocument dat door veldpartijen is opgesteld. Wie die veldpartijen zijn, wordt niet toegelicht. Ook later verwijst de minister naar die veldpartijen van wie hij hoopt dat ze met een voorstel komen tot hervorming van het pachtstelsel.

Langdurige pacht bevorderen

De minister geeft aan dat de hoofdlijn moet zijn dat langdurige pacht aantrekkelijker wordt dan de kortlopende pacht en dat verpachter en pachter makkelijker afspraken moeten kunnen maken over duurzaamheid in het grondgebruik.

Door de huidige pachtsystematiek worden er veel kortdurende (geliberaliseerde) pachtovereenkomsten gesloten. Deze overeenkomsten bieden weinig zekerheid voor de pachter, aldus de minister. Feit is dat deze pachtvorm populair is en blijkbaar voorziet in een behoefte.

Volgens de minister kan langdurige pacht onder andere bevorderd worden door de kortdurende pacht onder het pachtprijzensysteem te brengen. Dit betekent dat de pachtprijs van geliberaliseerde pacht gereguleerd gaat worden en niet meer vrij overeen te komen is, zoals nu het geval is.

De pachtprijs voor langdurige pacht wordt juist vrij gelaten. Dat geldt voor land, woningen en gebouwen. Deze langdurige pacht wordt dan de loopbaanpacht met een looptijd van minstens 25 jaar en de pacht eindigt op de AOW-leeftijd van de pachter. Er geldt geen continuatierecht en geen recht op indeplaatsstelling.

De lopende reguliere pachtcontracten wijzigen niet. En ter bevordering van het beschikbaar houden van grond voor de actieve agrariër, worden de criteria voor bedrijfsmatige landbouw verduidelijkt. Onder het huidige systeem is rechtspraak nodig om aan te geven wat verstaan moet worden onder bedrijfsmatige landbouw.

Teeltpacht

Met het ontmoedigen van kortdurende pacht, wordt de teeltpacht weer nieuw leven ingeblazen.

Teelpacht kent een vrije prijsvorming en wordt beperkt tot een aantal specifieke teelten waarvoor vruchtwisseling nodig is. En verder wordt vastgelegd hoe vaak teeltpacht gebruikt mag worden om belasting van de bodem met intensieve teelten te voorkomen.

Duurzaamheid

Een wens van grondeigenaren en pachters is om afspraken te maken over maatregelen die duurzaam gebruik van de bodem bevorderen. De mogelijkheden voor dergelijke afspraken zijn nu beperkt binnen reguliere pacht.

De minister geeft aan dat er generiek beleid is om duurzaamheid te bevorderen. Hiermee bedoelt de minister te zeggen dat de agrariërs al het nodige doen aan duurzaamheid, bijvoorbeeld als onderdeel van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.

In een nieuw pachtrechtsysteem wordt duurzaamheid gefaciliteerd binnen redelijke grenzen. Er kunnen afspraken gemaakt worden over bijvoorbeeld het gebruik van kunstmest, de veebezetting, gewasbeschermingsmiddelen, bodemmaatregelen, etc.

Pachtprijzen

Bekend is dat het huidige pachtprijzensysteem een aantal verbeteringen behoeft. De huidige indeling naar regio is niet altijd optimaal. De minister denkt erover om de regio’s te differentiëren naar grondsoort en dat er rekening gehouden moet worden met productiemogelijkheden, waarbij het opbrengend vermogen van de grond leidend moet zijn. Denk dan aan het veenweidegebied en landschapsgronden.

Wat betreft de jaarlijkse wijziging van de pachtprijzen is het een feit dat de pachtprijzen behoorlijk kunnen wisselen tussen de jaren. Gezocht wordt naar een systematiek die leidt tot demping van deze schommelingen. Genoemd wordt een meerjarig gemiddelde of een maximaal veranderpercentage. Uiteraard is het dan wel wenselijk dat deze pachtprijzen op een acceptabel niveau komen: de pachter moet het kunnen opbrengen en voor verpachter moet het interessant zijn om te verpachten.

Afsluiting

Tot slot noemt de minister een aantal verbeterpunten. Eén ervan wil ik noemen en dat is het digitaal indienen van pachtovereenkomsten bij RVO. Hiervoor is recent software ontwikkeld als onderdeel van ons contractadministratiesysteem P8. Overwater Rentmeesterskantoor draait nu een proef met RVO om de pachtovereenkomsten rechtstreeks uit P8 digitaal aan te leveren.

Tot slot: de inzet van de minister is om vóór einde kabinetsperiode een wetsvoorstel aan Tweede Kamer te sturen, dus uiterlijk begin 2026. We houden u op de hoogte!

Voor vragen over pacht of erfpacht, kunt u altijd contact opnemen met een van onze rentmeesters.  

Landschapsbeheer en natuur in Nederland

Denkend aan Holland
Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan….

H. Marsman

In zijn gedicht ‘Herinnering aan Holland’ beschrijft Hendrik Marsman het Nederlandse landschap en de strijd tegen het water.
In deze blog besteed ik aandacht aan het Nederlandse landschap, de strijd tegen het water komt (nu) niet aan bod.

Wat wordt eigenlijk verstaan onder ‘het Nederlandse Landschap’? En bestaat het landschap zoals Marsman dat voor het eerst in 1936 beschreef nog wel? Hoe behouden we dit landschap voor de toekomst? Hoe combineren we landschap, natuur en landbouw?

Dit is het tweede artikel in de blogserie Natuur en de transitie van de landbouw.
Centraal in deze blogreeks staat de transitie in de landbouw. Om de grote uitdagingen van deze tijd, denk aan klimaatverandering, de stikstofcrisis en energietransitie het hoofd te kunnen bieden en tegelijkertijd meer evenwicht te brengen in natuur, landschap en landbouw is een transitie van de landbouw noodzakelijk.

Wat verstaan we onder Het Nederlands Landschap?

Het Nederlands landschap is niet samen te vatten onder één noemer, onder invloed van veel factoren verandert het landschap immers continu. In de afgelopen decennia is onder andere door verstedelijking, aanleg van infrastructuur, bedrijvigheid maar ook door de komst van windmolens en zonneparken het landschap veranderd.

Ook in de komende decennia zullen de hiervoor genoemde uitdagingen en nieuwe ruimteclaims grote gevolgen hebben voor het landschap. Veel mensen maken zich daar zorgen over.

Om de druk op het landschap te weerstaan en het door Marsman omschreven Hollands landschap voor de toekomst te behouden, is beheer van het landschap essentieel.

Waarom landschapsbeheer?

Het door Marsman zo mooi beschreven Hollands landschap bestaat, maar zonder landschapsbeheer dreigt dit landschap te verdwijnen.

Zoals hiervoor opgemerkt wordt door de toegenomen druk op de beschikbare ruimte voor woningbouw, wegen, wegverbredingen, windmolens en zonneweiden steeds hogere eisen gesteld aan de beschikbare ruimte. Daartegenover zien we ook groeiende aandacht, betrokkenheid en waardering voor het landschap.

Landschapsbeheer wordt ingezet voor het behouden en ontwikkelen van het landschap waarin we wonen, werken en recreëren.

Landschapsbeheer richt zich daarnaast ook op het herorganiseren en nieuw ontwikkelen van al-dan-niet bestaande landschappelijke kwaliteiten. Daarbij kan het gaan om flora, fauna, landschapselementen zoals heggen en poelen, sloten in een veenweidegebied of houtwallen en houtsingels.

Nationaal Strategisch Plan – instrument voor transitie?

Eind 2022 bereikte Nederland overeenstemming met de Europese commissie over het Nationaal Strategisch Plan (NSP). Het NSP is de nationale uitwerking van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie.

Het nieuwe NSP moet bijdragen in de transitie naar een duurzame en toekomstbestendige landbouw. Agrariërs worden in het nieuwe NSP (GLB) beloond voor vergroening en innovatie. Daarnaast worden ze uitgedaagd om mogelijke oplossingen te vinden op het gebied van biodiversiteit, water en klimaat.

Door zorg voor het Nederlandse landschap wordt met een natuurinclusieve benadering ruimte geboden voor meer maatschappelijk draagvlak voor de noodzakelijke ontwikkelingen.

Hoe combineren we landschap, natuur en landbouw?

In het landschap komen alle transities samen en worden zichtbaar. De harde overgang tussen intensieve vormen van landbouw met een hogere milieubelasting aan de ene kant en de kwetsbare gebieden aan de andere kant, zal meer geleidelijk worden en wellicht verdwijnen.

Bij het combineren van landschap, natuur en landbouw is het van belang dat de landschappelijke kwaliteiten versterkt worden en dat er tegelijkertijd kansen gecreëerd worden voor functiemenging en nieuwe verdienmodellen voor de landbouw op het gebied van onder andere energievoorziening en natuurbeheer.

Door het verbeteren van de balans tussen het gebruik van het landelijk gebied en de kwaliteit van het landschap, rekening houdend met de grote uitdagingen waar Nederland voor staat, gaat Nederland voor een toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied, zodat ook in de toekomst de brede rivieren traag door het oneindig laagland blijven gaan.

Door onze werkzaamheden in het landelijk gebied is Overwater Rentmeesterskantoor nauw betrokken bij deze transitie en dragen wij bij aan de stoffering van het landschap.

Zelf digitaal inzicht in uw grondenportefeuille?

‘A picture is worth a thousand words’.

Bij Overwater maken wij gebruik van woorden én afbeeldingen om de beheerwerkzaamheden van de agrarische eigendommen voor onze opdrachtgevers zo optimaal mogelijk uit te voeren. Een afbeelding kan een boodschap sneller of duidelijker overbrengen dan woorden.

Benieuwd hoe wij dit doen en wat voor u de voordelen zijn?

P8

In 2021 zijn wij gestart met het beheren van de agrarische eigendommen van onze opdrachtgevers via het Vastgoed Registratiesysteem P8. Met behulp van P8 is het mogelijk om (erf)pacht- en huurcontracten en overige gebruiksafspraken zowel administratief als geografisch vast te leggen.

Afbeelding: P8-contract.

P8 is dus een combinatie van zowel gegevens over de gebruiker en het contract in de vorm van data en prijzen, alsook de locatie op de kaart van de eigendommen, waarbij de omvang en de ligging inzichtelijk worden gemaakt. En P8 biedt meer.

Op eenvoudige wijze kan PDOK en BAG informatie (informatie uit de databases over kadastrale en objectgegevens), bestemmingsplangegevens en de Bodemkaart worden geraadpleegd. Onze rentmeesters hebben hiermee, zowel op kantoor als in het veld, direct alle benodigde informatie paraat voor het uitvoeren van de beheerwerkzaamheden.

Afbeelding: overzichtskaart met bestemmingsplaninfo.

Grondeigenaren die het beheer van hun grondenportefeuille bij ons onderbrengen, krijgen naast de noodzakelijke adviezen en informatie over actualiteiten, periodiek rapportages aangevuld met topografische overzichtskaarten van hun agrarische bezittingen.

Met behulp van de P8 viewer krijgen grondeigenaren nu ook digitaal de mogelijkheid om hun agrarische eigendommen in te zien en informatie hierover te raadplegen.

P8 viewer: altijd inzicht in uw eigen grondenportefeuille

Met de P8 viewer bieden wij onze opdrachtgevers de mogelijkheid om 24/7 inzicht te hebben in de volledige grondenportefeuille inclusief digitaal kaartmateriaal, (erf)pacht- en huurcontracten en overige relevante gegevens en documentatie.

P8 is volledig web gebaseerd en ook toegankelijk via telefoon of tablet. Op de topografische kaart van Nederland worden de eigendommen die bij ons in beheer zijn weergegeven. Hierbij is het ook mogelijk om een luchtfoto als ondergrond te activeren.

Afbeelding: overzichtskaart.

Er zijn meerdere zoekmogelijkheden om de gewenste informatie te achterhalen over een gebruiker of kadastraal perceel. Zodra een specifieke gebruiksovereenkomst is geselecteerd, volgt een beknopt overzicht van alle relevante gegevens vanuit het contract over de gebruiker, de looptijd en de overeengekomen vergoeding.

Verder is aanvullende informatie over de contractvoorwaarden en de grondpositie opgenomen. De betreffende (pacht)overeenkomst, dan wel koopovereenkomst of akte van levering, kan direct worden gedownload.

Hiermee heeft een grondeigenaar de mogelijkheid om op eigen gelegenheid en locatie informatie op te zoeken over de agrarische eigendommen en is inzichtelijk waar de eigendommen exact zijn gelegen.

Wilt u ook graag digitaal inzicht in het beheer van uw grondenportefeuille?

Nieuwsgierig geworden hoe u zelf informatie over uw agrarische eigendommen digitaal kunt raadplegen? Vraag bij uw rentmeester de inloggegevens aan en kijk in het vervolg digitaal mee bij het beheren van uw eigen grondenportefeuille.

Heeft u nog geen gronden bij ons in beheer en bent u benieuwd wat wij voor uw beheer kunnen betekenen? Neem dan vrijblijvend contact met ons op voor meer informatie. 

Wat doet een rentmeester?

‘Pap, als mensen vragen wat voor werk u doet, wat moeten we dan zeggen?’

Deze vraag kreeg ik van onze kinderen, inmiddels alweer jaren geleden. En regelmatig vragen mensen: ‘rentmeester, wat houdt dat in?’

Veelal heeft men dan wel een idee dat een rentmeester iets te maken heeft met een landgoed en boerderijen, maar wat precies, is niet bekend. De rentmeester rijdt in een Volvo, heeft laarzen bij zich en is jager.

Aan kinderen uitleggen wat voor werk je doet, is niet kort samen te vatten, omdat de werkzaamheden van de rentmeester veelomvattend zijn. Al die werkzaamheden hebben wel een gemeenschappelijke deler: grond!

Vrijwel altijd als er zaken zijn waarin grond een rol heeft, is er een rentmeester bij betrokken. Denkt u dan aan: transacties van boerderijen of landbouwgrond, beheren van landgoederen, beheer en ontwikkeling van bos en natuur. Maar ook bij woningbouw, industrieterrein, infrastructuur als (spoor)wegen, waterlopen en nutsvoorzieningen zijn rentmeesters betrokken.

Beëdigde rentmeesters zijn aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Rentmeesters (NVR). De NVR heeft ruim 500 leden. Rentmeesters zijn werkzaam bij een kantoor, als zelfstandige of in dienst bij de overheid, natuurbeschermingsorganisaties of waterschappen.

Bij Overwater Rentmeesterskantoor werken elf rentmeesters, werkzaam als beherend rentmeester, bemiddelend rentmeester en adviseur bij grondzaken.

Beheer

Het beheren van agrarisch vastgoed, is sinds 1804 een kernactiviteit van Overwater Rentmeesterskantoor. De rentmeester is dan de schakel tussen de agrariër (pachter) en de eigenaar (verpachter). Vaak zijn dit langlopende relaties, soms zelfs generaties lang!

De rentmeester is het aanspreekpunt voor de grondgebruiker, maar ook voor andere partijen, zoals gemeente en waterschap. De rentmeester verzorgt de contracten en contacten en adviseert de eigenaar.

Het beheer verzorgen wij ook voor grondposities van ontwikkelaars. Zolang de gronden nog niet worden ontwikkeld, zorgt de rentmeester ervoor dat de grond wordt gebruikt door een agrariër. Het is belangrijk dat de grond vrij van gebruik is, zodra de gewenste ontwikkeling gestart kan worden. Het tijdig beschikbaar hebben van de grond, is bij uitstek een taak van de rentmeester.

Bemiddeling

Overwater Rentmeesterskantoor bemiddelt in agrarische vastgoed. Dat zijn bijvoorbeeld boerderijen, percelen grond, maar ook fosfaatrechten.

Verder taxeren de rentmeesters grond en bedrijven voor aan- en verkoop, financiering, bedrijfsopvolging, etc.

Voor ontwikkelaars bemiddelen wij bij aankoop van gronden die voor niet-agrarisch gebruik in aanmerking komen.

En voor beleggers in agrarisch vastgoed bemiddelen wij bij aankoop van percelen landbouwgrond, die daarna in erfpacht worden uitgegeven.

Advies

Kennis van de agrarische sector, het buitengebied, pacht en erfpacht, grondzaken en grondgebruik, maakt de rentmeester tot adviseur voor allerlei partijen die betrokken zijn bij het buitengebied.

De adviezen lopen uiteen van de juiste gebruikstitel voor grond, ontwikkeling van een landgoed, gebruik van grond voor een zonneweide, bedrijfsverplaatsing, tot deskundige begeleiding bij verkoop aan de overheid al dan niet om onteigening te voorkomen.

Laarzen

De rentmeesters van Overwater hebben laarzen bij zich, één collega heeft een jachtakte en er wordt Volvo gereden. Maar ook Tesla.

Wat de rentmeesters naast hun werk bij Overwater verder nog doen, kunt u lezen in de blogs die bij de medewerkers staan.

‘Ik ben begonnen als bemiddelend (assistent)rentmeester, ben nu vooral beherend rentmeester en taxateur en weet het nodige van pacht. Hoe had ik dat allemaal moeten uitleggen aan onze kinderen?’

Het verschil tussen reguliere en natuurinclusieve landbouw wordt kleiner door het nieuwe GLB

Geschreven door Schil Herweijer (gepensioneerd per 1 april 2023)

Dit is het eerste artikel in de blogserie Natuur en de transitie van de landbouw.

In dit artikel ga ik in op twee manieren van landbouw in Nederland: dat zijn Reguliere landbouw en Natuurinclusieve landbouw.

Daarnaast zijn er nog twee manieren van landbouw: Kringloop- of Circulaire landbouw en Plantaardige landbouw, maar dat terzijde.

Reguliere landbouw

Reguliere landbouw ook wel ‘gangbare’ landbouw betekent dat een agrariër op zijn bedrijf optimaal gebruik maakt van de beschikbare grond, arbeid, kapitaal, chemische en/of biologische gewasbeschermingsmiddelen en naast het gebruik van mest, champost en compost ook kunstmest toepast.

Over het algemeen wordt gebruik gemaakt van grote percelen en machines om te komen tot een maximale productie en hoog rendement. We spreken van een gangbaar bouwplan.

De agrariër heeft er ook belang bij dat zijn grond in goede conditie blijft en zal er alles aan doen om dit door middel van een juiste bewerking en bemesting in stand te houden.

Natuurinclusieve landbouw

Natuurinclusieve landbouw is een vorm van duurzame landbouw dat je kunt bereiken door het creëren van een veerkrachtig voedsel-en ecosysteem.

Er wordt gewerkt met de natuur, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de natuur, die tegelijkertijd gespaard wordt.

Bij dit systeem is de input van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest aanzienlijk teruggebracht en opzichte van reguliere landbouw.
Er wordt gewerkt met niet-kerende grondbewerking, groenbemesters en akkerbedekking van de grond in de wintermaanden.

Over het algemeen is het bouwplan extensiever dan bij reguliere landbouw waardoor er meer aan biodiversiteit gedaan wordt.

Het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) brengt reguliere en natuurinclusieve landbouw dichter bij elkaar

Vanaf 2023 komt er een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

Meedoen aan het nieuwe GLB betekent dat toekomstbestendige boeren sterker worden beloond met subsidies gericht op agrariërs die zich inspannen om een omslag te maken, waarbij uitdagingen op het gebied van natuur milieu en klimaat serieus genomen moeten worden.

Er is de afgelopen jaren al heel veel gedaan door met name regulier werkende agrariërs wat betreft verduurzaming en zorg voor het landschap. Denk aan weidevogelbescherming, het verbeteren van de bodemkwaliteit, het verminderen van CO2-uitstoot en stikstofuitstoot.

In 2016 is het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) ingevoerd. Hierbij zijn in Nederland 40 agrarische Collectieven aangesloten met vooruitstrevende agrariërs die de omgeving van dieren verbeteren en beschermen, werken aan de waterkwaliteit en bijdragen aan klimaatdoelen.

Deze collectieven zijn als lid aangesloten bij BoerenNatuur, de overkoepelende organisatie.

Door deelname van agrariërs aan het nieuwe GLB aan de eco-regeling is het de bedoeling om toekomstbestendig te gaan boeren. Er zijn 5 doelen benoemd:

  1. biodiversiteit
  2. bodem en lucht
  3. klimaat
  4. landschap en
  5. water

De agrariër kan kiezen uit 22 eco-activiteiten waarbij het de bedoeling is dat men voldoende punten scoort op 5 doelen.

Daarnaast komt er een verplichting om ‘bufferstroken’ aan te leggen langs waterlopen, waar men geen mest of chemische gewasbeschermingsmiddelen mag gebruiken.

Door deelname aan regelingen via het eerder genoemde ANLb via één van de collectieven heeft men de afgelopen jaren al kunnen ‘wennen’ aan deze systematiek.

Agrarisch natuurbeheer via de eco-regeling en het ANLb is belangrijk; dit is een vorm van natuurinclusieve landbouw die de biodiversiteit stimuleert. Dit natuurbeheer wordt uitgevoerd door agrariërs die als ‘regulier boerend’ te boek staan.

En daarmee wordt het verschil tussen reguliere landbouw en natuurinclusieve landbouw kleiner. 

Wilt u meer lezen over het nieuwe GLB? In deze blog gaan Schil Herweijer en Sylvia Batenburg in op de veranderingen.

Jacht op haas en konijn beperkt

In 2020 besloot de toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Carola Schouten, nog dat het niet nodig was de jacht op hazen en konijnen te stoppen: hazen en konijnen werden immers niet in hun voortbestaan bedreigd.

Inmiddels is dit idee 180⁰ gedraaid en heeft Minister voor Natuur en Stikstof, Christianne van der Wal, op 26 juli 2022 de wijziging van de Regeling natuurbescherming en de omgevingsregeling ondertekend.

Met de publicatie hiervan in de Staatscourant op 28 juli 2022 is het verbod van de jacht op haas en konijn voor het jachtseizoen 2022/2023 een feit.

In de provincies Groningen, Utrecht en Limburg mag in het aankomend jachtseizoen niet gejaagd worden op het haas.

Er geldt een landelijk verbod voor de jacht op het konijn.

Afname populaties

Het besluit van de minister is (mede) tot stand gekomen op basis van een onderzoek van Wageningen Environmental Research (WEnR) en Sovon Vogelonderzoek Nederland naar de staat van instandhouding (SvI) van haas en konijn.

De SvI is een maatstaf die wordt gebruikt om de duurzaamheid van een bepaalde wilde dierpopulatie te bepalen: hoe gaat het met de soort en wat is de verwachting op de middellange termijn?

De SvI’s van beide soorten zijn beoordeeld op basis van vier aspecten:

  • verspreiding
  • populatie
  • leefgebied
  • en het toekomstperspectief.

De verspreiding en het leefgebied zijn voor beide soorten beoordeeld als gunstig. Het aspect populatie wordt als zeer ongunstig beoordeeld, het aspect toekomstperspectief is beoordeeld als ‘onbekend’.

Volgens de methodiek is de SvI van een soort zeer ongunstig als één of meer van de vier aspecten beoordeeld wordt als zeer ongunstig. Voor het haas en het konijn, met een zeer ongunstige beoordeling van het aspect populatie, is de eindbeoordeling dus uitgekomen op ‘zeer ongunstig’.

In hoeverre deze conclusie terecht heeft geleid tot het niet openen van de jacht op deze twee soorten is nog maar de vraag. Anders dan de Universiteit Wageningen heeft gerapporteerd, is de SvI van beide soorten niet in het geding. Niet alleen ligt aan dit onderzoek een onjuiste beoordelingsmethodiek ten grondslag, ook zijn er discutabele keuzes gemaakt rond gebruikte data en referentiejaren, aldus de jagersverenigingen.

Schadebestrijding blijft wel mogelijk

Het konijn staat op de landelijke vrijstellingslijst. Op grond van de landelijke vrijstellingslijst blijft het mogelijk om schadebestrijding op konijn uit te voeren.

Schadebestrijding van het haas blijft mogelijk daar waar er sprake is van een provinciale ontheffing.

Kort geding dierenorganisaties

De vordering in het kort geding dat door dierenorganisaties was aangespannen om het konijn van de landelijke vrijstellingslijst te verwijderen, is door de rechtbank in Den Haag afgewezen.

Op 16 augustus 2022 heeft de rechtbank geoordeeld dat de vermelding van het konijn op de landelijke vrijstellingslijst rechtmatig is genomen. De dierenorganisaties hebben niet aannemelijk kunnen maken dat het konijn door plaatsing op de landelijke vrijstellingslijst in zijn bestaan bedreigd zou worden.

Bodemprocedure

Zoals hiervoor is opgemerkt berust het besluit van de minister volgens de jagersverenigingen op onjuiste aannames over de SvI van beide soorten en het hanteren van onjuiste beoordelingsmethoden.

Daarom heeft de KNJV (Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging) besloten om een bodemprocedure tegen de Nederlandse Staat te voeren. In de bodemprocedure wordt de rechter verzocht om een definitief oordeel te geven over de beoordelingsmethode die moet worden gehanteerd bij het bepalen van de SvI. Daarnaast zal de rechter toetsten of de ministeriële regeling onrechtmatig is.

De uitkomst van de bodemprocedure kan bepalend zijn voor volgende jachtseizoenen en voor alle bejaagbare wildsoorten. Een bodemprocedure (exclusief een eventueel hoger beroep) duurt gemiddeld enkele maanden tot een jaar. Het zal dus nog wel even duren voordat er duidelijkheid is over de rechtmatigheid van de beslissing van de minister.

Wordt vervolgd!

Hier kunt u meer lezen over jacht in Nederland.

De parallel tussen pachtnormen 2022 en de box 3-perikelen

Pachtnormen 2022

Recentelijk heeft het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de pachtnormen voor 2022 gepubliceerd1. In het pachtnormenbesluit worden de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor 2022 gepubliceerd. De pachtnormen zijn gebaseerd op de bedrijfsresultaten van middelgrote- en grote akkerbouw- en melkveebedrijven in de periode 2016-2020.

Regionaal zijn er verschillen, maar de tendens is dat de regionorm over de hele lijn gezien gedaald is!

Als je als voorbeeld nu eens het gebied Zuidwestelijk akkerbouwgebied pakt, dan zie je een daling van 23% voor de regionorm voor los land2.
In getallen: per hectare van € 471,- in 2021 naar € 365,- in 2022.
De grondprijs per ha zit gemiddeld rond de € 80.000,- tot € 100.000,- per ha, de grondprijzen hebben al jaren een stijgende tendens.

Als je dat op je laat inwerken dan zit daar een tegenstelling in. Deze ontwikkeling van stijgende grondprijzen is niet nieuw, maar het systeem om te komen tot de regionorm is hier niet aan gekoppeld. Dit wringt steeds meer.

Box 3-perikelen

In de fiscaliteit is een ontwikkeling gaande over hoe er met de heffing in box 3 omgegaan moet worden. Door een aantal arresten van de Hoge Raad3 is het box 3-dossier een hoofdpijndossier geworden voor de overheid. De Hoge Raad heeft in december 2021 aangegeven dat het systeem van box 3 in strijd is met het EVRM-verdrag en aangegeven dat er rechtsherstel in dat dossier geboden is.

Daarna kwam een aantal discussies op gang over hoe nu verder met box 3. Een van de discussies was of ook rechtsherstel geboden kon worden voor belastingplichtigen die geen bezwaar hadden gemaakt voor het betreffende jaar. In mei 2022 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat degene die geen bezwaar hebben gemaakt, geen rechtsherstel krijgen. Dit is een grote groep. Over de vraag of deze groep (die geen bezwaar heeft gemaakt) tegemoetgekomen zal worden, is de politiek aan zet.

Als er gekeken wordt hoe de waarde van verpachte grond in box 3 is vastgesteld, kom je uit bij Tabel 1 behorende bij de handleiding “waardering van verpachte grond in box 3”.

Voor bijvoorbeeld Goeree Overflakkee is de waarde voor 2021 vastgesteld op € 91.900,- per ha en voor regulier verpachte grond is dat 60% hiervan, ofwel € 55.140,- per ha. Deze norm is dan belast tegen minimaal een heffing van € 746,-4.

Dit betekent dat er netto meer belasting betaald wordt dan er pacht binnenkomt, nog los van overige lasten zoals waterschapslasten en eventueel Ruilverkavelingsrente.

Parallel

Inmiddels heeft u waarschijnlijk gevoeld, ‘hier klopt iets niet’ en bent u op zoek naar de parallel. In box 3 betaal je als verpachter meer aan belasting dan je als verpachter ontvangt aan nettorendement5.

De overheid stelt pachtnormen vast met de ene hand en heft met de andere hand via box 3. Het effect is dat de heffing die betaald moet worden vaak hoger is dan het nettorendement dat behaald wordt.

Bezwaar!

Als er geen bezwaar gemaakt wordt tegen een besluit dat je als belastingplichtige raakt, dan verlies je rechten. In feite moet je als verpachter bezwaar maken6 tegen de jaarlijkse vaststelling van de pachtnormen, maar zeker tegen de heffing in box 3.

Langs twee kanten vindt er een uitholling van het vermogen van de grondeigenaar plaats.

Mocht u nog vragen hebben, neem dan gerust contact met mij op.

Voetnoten:
1Brief van 14 juni 2022, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

2 De grootste wijziging in de bijlage voor de pachtnormen 2022

Arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021, nr 21/01243

Arrest van 20 mei 2022, nr 21/04407

4 Box 3 jaar 2022 via schijf 2, zonder aanpassingen door Box 3 arresten.

5In de blog “Streep door box 3-heffing: taai, maar niet saai!” van mijn collega Schil Herweijer, is hier al eerder aandacht aan besteed. 

6 Dit is praktisch niet mogelijk.

Stikstof en gebiedsontwikkeling: hoe kan het wel?

Dagelijks staan de kranten vol met artikelen over de stikstofcrisis. De aanleg van wegen loopt vertraging op, de industrie kan niet verder, er is sprake van vergaande maatregelen in de agrarische sector en er kunnen geen woningen worden gebouwd. Dit resulteert in een woningcrisis en agrariërs die, in mijn ogen zeer terecht, boos zijn.

In deze artikelen mis ik vaak de nuance. Er zijn namelijk ook zaken die, door goede samenwerking, wél kunnen.

Zo is er op 30 juni 2022, of eigenlijk op 1 juli 2022, in de gemeente Katwijk iets bijzonders gebeurd. Na 20 jaar plannen en de nodige onenigheid is het dan eindelijk gelukt: de gemeente Katwijk heeft het bestemmingsplan voor de gebiedsontwikkeling Valkenhorst vastgesteld. Een gebiedsontwikkeling die plaats biedt aan 5600 woningen, gelegen pal tegen de duinen.

Ik hoor u denken, is dat geen Natura 2000-gebied dan? Jazeker wel en ook nog één die stikstofgevoelig is. De gemeente verdient in mijn ogen een groot compliment, want ondanks de moeilijke discussies tussen de besturen van twee overheidsorganen (gemeente en RVB) hebben de uitvoerende organisaties steeds weer de verbinding gezocht en elkaar gevonden. In het bijzonder op het complexe onderwerp stikstof. Hier kwamen alle disciplines bij elkaar. Milieudeskundigen, juristen, advocaten, gebiedsontwikkelaars, een rentmeester, agrariërs en natuurlijk het RVB en de gemeente Katwijk.

Er is uitgegaan van de vraag: wat kan er wel? En nog belangrijker, hoe kan iedereen hier winnen: de natuur, de agrariërs maar ook de maatschappij. Die is immers gebaat bij het ontwikkelen van veel betaalbare huizen. In het eerste deelplan dat wordt ontwikkeld door BPD Ontwikkeling komen deze huizen er dan ook.

Stikstofberekening

Om de complexe stikstofberekening te kunnen maken is allereerst van belang wat de referentiesituatie is. In dit geval bestaat deze vooral uit de aanwezige emissies van agrarische bedrijven die binnen het plangebied liggen.

Daarnaast zijn emissies meegenomen uit de huidige activiteit in het hangaar gebied. Dit is van belang omdat hierdoor intern gesaldeerd kan worden. Doordat deze bedrijven en activiteiten met zekerheid beëindigd worden door het ontwikkelen van woningen, kan deze emissie worden ingezet voor saldering met de uitstoot in de bouwfase en de gebruiksfase van de woningen.

Om de natuur extra te compenseren wordt er straks bovendien gebruik gemaakt van emissiearm bouwmaterieel. Hierdoor wordt er in deze aanvraag geen gebruik gemaakt van de momenteel beschikbare vrijstelling in de wet Stikstofreductie en Natuurverbetering.

Het resultaat is dat er na realisering van het nu vastgestelde plan 5600 nieuwe woningen komen, de natuur er op grote delen fors op vooruit gaat en, in het kader van de vaststelling van het bestemmingsplan uiterst belangrijk, nergens op achteruit gaat.

Samenwerken

Naar mijn mening is dit project een voorbeeld van hoe het ook in de rest van het land zou kunnen werken op het gebied van stikstof. Door onderling overleg, luisteren naar elkaars belangen en wensen en het bieden van perspectief voor alle betrokkenen, hebben alle partijen samengewerkt en ontstaat er een win-winsituatie.

Vervolg

Met het vaststellen van het bestemmingsplan wordt een belangrijke stap gezet naar de realisatie van het plan.

Het besluit staat nu open voor beroep. Verschillende milieuorganisaties hebben al aangekondigd, zonder het rapport te kennen, in beroep te zullen gaan. Het is belangrijk dat deze organisaties er zijn en het is goed dat er een mogelijkheid is om in beroep te gaan. Ik roep de organisaties wel op om goed naar het rapport te kijken en ook te beoordelen hoe de natuur er door dit plan op vooruit gaat. Indien het plan er namelijk niet komt, zullen de overige emissies voorlopig nog blijven bestaan en wordt er geen milieuwinst behaald. In dat geval zijn er alleen maar verliezers.

Kerkstraat 54
3291 AM Strijen

078-6749494
info@ovtr.nl

Wij zijn telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.30 uur tot 17.00 uur.